Voor de toekomst van het Noordzeekanaalgebied (NZKG) is een nieuwe gemeenschappelijke koers vastgesteld: het Ontwikkelperspectief Noordzeekanaalgebied.

Het Noordzeekanaalgebied staat voor veel uitdagingen tegelijk. Daarom werken Rijk, regio en partners samen vanuit 1 gezamenlijke koers. De komende decennia is het Noordzeekanaalgebied van nationaal belang voor het realiseren van forse opgaven. Thema’s als energietransitie, circulaire economie, woningbouw, sterke haven- en industriegebieden én een gezondere leefomgeving komen aan bod in het Ontwikkelperspectief. Ook klimaatadaptatie, versterking van landschap en ecologie zijn belangrijke thema’s. 

Samen sturen op nationale opgaven 

De belangrijkste onderdelen van het Ontwikkelperspectief zijn: 

  • Het ruimtelijke inpassen van de nieuwe energiehoofdstructuur. Hierbij moet je denken aan het aansluiten van zeekabels naar het NZKG, het inpassen van extra transformatoren in het landschap, ondergrondse aansluiting op het nieuwe waterstofnetwerk van Nederland en import en productie van waterstof en groene vloeibare brandstoffen. 
  • De realisatie van de Energiehaven (rond de Averijhaven) en Energiehaven Plus als groeiambitie voor de langere termijn. 
  • Verruiming van beschikbare risicoruimte met name aan de westzijde van Westpoort, in een omgeving waar dat verantwoord mogelijk gemaakt kan worden. Door verruiming van risicoruimte kan het bestaande haven- en industriegebied ruimtelijk intensiever worden gebruikt waardoor het  landschap gespaard wordt in de toekomst. 
  • Verbeteren van wet- en regelgeving voor een gezonde leefomgeving voor omwonenden. 
  • Woningbouw op en rond haven- en industriegebieden. Hiervoor maakt de regio afspraken over het tempo en fasering van verschillende transformatieprojecten in het gebied. De regio gaat door met projecten die al in gang zijn gezet.  Voor toekomstige transformaties in de haven- en industriegebieden vindt wordt om de 4 jaar afstemming plaats. 
  • Stedelijke vernieuwing van naoorlogse wijken. De regio geeft hier extra prioriteit aan locaties waar de leefbaarheid sociaal en fysiek om aandacht vraagt. In Amsterdam Nieuw-West en Zaanstad Oost wordt al geïnvesteerd in vernieuwing. Voor de IJmond wordt een vergelijkbare aanpak voorbereid met provincie en Rijk. 
  • De effecten van klimaatverandering. Om het watersysteem te ontlasten is het uitgangspunt bij alle ontwikkelingen ‘water- en bodem sturend’. Dat betekent bijvoorbeeld: anticiperen op zeespiegelstijging, verzilting voorkomen, rekening houden met droge periodes en tekorten aan zoet water en met periodes met te veel water door hevige buien. Rond het Noordzeekanaal is in de toekomst ruimte nodig in diepe polders om overtollig water te bergen. 

Toekomst Houtrakpolder

Voor de Houtrakpolder, waar nu een strategische reservering ligt voor een mogelijk havenbekken, wordt gekeken of daar combinaties van functies mogelijk zijn. De diepe, verzilte Houtrakpolder is mogelijk een strategische plek voor toekomstige waterberging. Het Ontwikkelperspectief draagt bij aan voorwaarden waarin de ontwikkeling van de Houtrakpolder als havenbekken in de toekomst niet nodig is. Als over een paar jaar blijkt dat er voldoende nautische-, milieu- en fysieke ruimte is in haven- en industriegebieden, kan de reservering in de Houtrakpolder worden geschrapt en kan die worden ingezet voor een andere combinatie van functies, zoals waterberging en ecologie. 

Vierjaarlijkse actualisatie

Het Ontwikkelperspectief is op 19 december 2023 vastgesteld door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de provincie Noord-Hollland en de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Haarlemmermeer, Heemskerk, Velsen en Zaanstad. Het Ontwikkelperspectief helpt aangesloten partners in het Bestuursplatform NZKG bij het nemen van besluiten. Dit zijn Port of Amsterdam, Tata Steel en Zeehaven IJmuiden N.V. Deze koers is tevens onderschreven door de dagelijks besturen van de waterschappen: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het Hoogheemraadschap van Rijnland. Elke 4 jaar (voor het eerst In 2027) wordt het Ontwikkelperspectief geactualiseerd. 

20-12-2023
Event
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’

Een van de leidende principes in veel beleidsstukken is dat ruimte voor economie niet mag afnemen. Een no net loss dus. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Het omgevingsprogramma is een krachtig beleidsinstrument uit de Omgevingswet, die zich bij uitstek leent om, samen met gebiedspartners, ruimtelijk-economische ambities concreet te maken.  Op dinsdag 18 november organiseren vakblad BT en TwynstraGudde het webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’. Met in de hoofdrol vier gemeenten die pionierden met het omgevingsprogramma.  Je leert:  Welke soorten omgevingsprogramma’s er zijn (thematisch- of gebiedsgericht) en welk type zich het beste leent voor welk doel;  De afweging maken of het omgevingsprogramma een geschikt instrument is om jou/jullie ruimtelijk-economische ambities verder invulling te geven;  Hoe je bestaand beleid door vertaalt naar een omgevingsprogramma, en wat de toegevoegde waarde is;  Welk type maatregelen in een omgevingsprogramma kunnen worden opgenomen, zoals fysieke acties (ruimreserveringen), juridische instrumenten (regels of uitsluitingen), financiële prikkels/fondsen, maar ook ‘softere’ maatregelen zoals campagnes en het organiseren van netwerken (met bedrijfsleven of kennisinstellingen);  Hoe je van een omgevingsprogramma tot programmatisch werken en uitvoering komt;  Hoe een omgevingsprogramma de weg plaveit naar een algemeen bindend omgevingsplan.  MELD JE METEEN AAN!   PROGRAMMA  09.30 uur  Introductie ‘programma onder de Omgevingswet’  Puck Brunet de Rochebrune & Anouk Paris, resp. principal adviseur en senior adviseur Ruimte, Wonen & economie, TwynstraGudde   09.45 uur  Praktijkcasus 1: Werken aan een balans tussen agrarisch landgebruik, bedrijventerreinen en recreatie – Omgevingsprogramma Economie, Gemeente Putten   Reinard de Jong - Manager Opgaven, Programma's en Projecten, Gemeente Putten en Puck Brunet de Rochebrune (TwynstraGudde)  10.00 uur  Praktijkcasus 2: Beter benutten bestaande bedrijventerreinen, kantoorlocaties en overige werklocaties - Omgevingsprogramma werklocaties, Gemeente Amersfoort  Marco van Hoek, programmamanager Werken, Gemeente Amersfoort  10.15 uur  Praktijkcasus 3: Vastleggen lange termijnvisie en maatregelen op een bedrijventerrein, mét ondernemers – Gebiedsgericht omgevingsprogramma voor bedrijvenpark ‘De Boezen’, Pijnacker   Kjell Wansleeben, senior adviseur Ruimte, Gemeente Pijnacker-Nootdorp  10.30 uur  Praktijkcasus 4: Gemeente Urk (nader in te vullen)  Sjane Marie van Urk, beleid Ruimtelijke Ordening, Gemeente Urk  10.45 uur  Einde  FACTS & FIGURES  Wat: Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’.  Wanneer: Dinsdag 18 november 2025, 09.30 uur – 10.45 uur.  Kosten: Het is een gratis webinar. Voor wie: EZ-ambtenaren van gemeenten, provincies en rijk, medewerkers van ontwikkelings- en herstructureringsmaatschappijen en iedereen die bezig is met het realiseren van ruimtelijk-economische ambities.  Aanmelden  

18-11-2025
Nieuws
Zo maakt Dordrecht ruimte voor wonen en maritieme industrie
Zo maakt Dordrecht ruimte voor wonen en maritieme industrie

Dordrecht en Havenbedrijf Rotterdam werken aan een uitvoeringsagenda om industriële groei in de zeehaven mogelijk te maken. Tegelijk is nabij grootschalige woningbouw gepland in de toekomstige stadswijk Maasterras. Dat kan schuren, erkent wethouder Burggraaf: ‘Met slimme planologie willen we economie en woningbouw laten samengaan.’  Dordrecht Inland Seaport, de meest landinwaarts gelegen zeehaven van Nederland, vormt een economische motor voor de regio Drechtsteden. De haven verbindt Rotterdam met het achterland en biedt ruimte aan maritieme industrie en bulkoverslagbedrijven. Tegelijkertijd staat Dordrecht voor een grote woningbouwopgave.  Maarten Burggraaf erkent de spanning tussen economische groei en verstedelijking. 'De zeehaven biedt 4.300 banen en versterkt de stad, maar woningbouw is minstens zo noodzakelijk. We moeten slim balanceren tussen bedrijvigheid en leefbaarheid.' Dordrecht en Havenbedrijf Rotterdam zoeken oplossingen via ruimtelijke inpassing, verduurzaming en afspraken over transport en bedrijfsactiviteiten.  Hoe bied je ruimte voor groei in de haven en tegelijkertijd een aangenaam woonklimaat?  'De filosofie van Dordrecht is dat economische ontwikkeling en woningbouw hand in hand moeten gaan. Dit komt terug in de toekomstvisie voor de zeehaven. Deze bedrijven zorgen voor werkgelegenheid voor onze inwoners. Bedrijven hebben er belang bij dat hun werknemers op een fijne plek wonen met een gezond leefklimaat. De kunst wordt om de schaarse ruimte slim te benutten.’   ‘Ons investeringsprogramma via de regionale ontwikkelingsmaatschappij ROM-D investeert in locaties die watergebonden zijn, maar niet bedrijfsmatig zo worden gebruikt, of in plekken die zo dicht bij woongebied zitten dat het bedrijf niet kan groeien, terwijl de omgeving er last van heeft.'  Wat zegt de uitvoeringsagenda hierover?  'We hebben vastgesteld dat haven en stad elkaar nodig hebben. De eerste fase van Maasterras ligt verder van het zeehavengebied. In de tweede fase komen we aan de rand van het havengebied. Uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen in synergie met de haven moeten plaatsvinden. In dit toekomstige stadsgebied richten we een economische transitiezone in als overgang tussen wonen en werken.'  Wat houdt dat precies in?  ‘Als haven en woningbouw dichter bij elkaar komen en je ontwikkelt dat met visie en planologisch slim, kan er een mooie mixed-use zone ontstaan.'  Maatschappelijke meerwaarde Wat voor bedrijvigheid komt er in die zone?  'Het plan is nog niet scherp omlijnd. Belangrijk is dat er stadslogistieke functies komen, zoals hubs. Bedrijven in de maritieme sector kunnen zich hier vestigen. Ook bedrijven in de engineeringsector willen dicht bij hun maakklanten in de haven zitten. Het gaat om activiteiten zonder hoge geluid- of milieucategorie die wel aansluiten bij de havenindustrieën. Een goede overgangszone zorgt dat beide naast elkaar kunnen bestaan.'  Is er schuifruimte voor bedrijven in de zeehaven die daar eigenlijk niet horen?  'Ruimte is schaars. Voor bedrijfsuitgifte gelden zware criteria. We geven alleen uit aan bedrijven met maatschappelijke meerwaarde voor de stad of die oplossingen bieden voor ruimtelijke schuifpuzzels. Via ROM-D en ons accountmanagement onderhouden we nauw contact met bedrijven, waardoor we sneller weten wanneer zich een nieuw investeringsmoment aandient.'   Wat heeft de betrokkenheid van bedrijven bij de uitvoeringsagenda opgeleverd?  'Het inzicht dat de haven niet alleen logistiek belangrijk is, maar ook voor het maritieme maakindustrie cluster in Drechtsteden. Bij heruitgifte van gronden gaat het niet alleen om het aantal vervoerde producten, maar bieden we ook de maritieme maakindustrie een plek in de zeehaven.'  Havenspoorlijn en containerterminal Er was veel te doen om de havenspoorlijn, die blijft. Hoe voorkom je overlast in het woongebied?  'Volgens onze analyse zal de stamlijn de geplande woningbouw niet in de weg zitten. Het volume en de aard van de gevaarlijke stoffen die het plangebied passeren, zijn niet zodanig dat dit een risico vormt voor de toekomstige bewoners. Door slim te ontwerpen kan de stamlijn op veilige afstand blijven zonder de functie van de havenspoorlijn te belemmeren. Verder gaan we in overleg met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid bekijken of het aantal passerende wagons met gevaarlijke stoffen aanleiding is om op gebouwniveau aanvullende (brandwerende) maatregelen te treffen. Railinfra-bedrijven geven aan dat er een innovatieagenda ligt voor de elektrificatie van hun materieel. Dat betekent uiteindelijk dat op de stamlijn alleen nog elektrische locomotieven komen te rijden, met een andere milieu- en geluidimpact. Er is ook een plan voor een containerterminal. Wat is het nut daarvan?  ‘Er zijn al veel bedrijven in de regio, wat een grote potentie biedt voor een terminal in Dordrecht om bestaande logistieke stromen te verplaatsen van weg naar water. De logistieke stromen zijn veelal regionaal en gaan nu nog via de weg. Uit onze analyse blijkt dat die stromen ook over water kunnen plaatsvinden. Er zijn genoeg inlandterminals in de regio. De containerterminal moet bedrijven stimuleren om een modal shift te maken naar binnenvaart, waardoor er minder druk komt op de snelweg A16.'  Langjarig investeringsprogramma Is de samenwerking met het Havenbedrijf verbeterd door de gezamenlijke uitvoeringsagenda?  'Tien jaar geleden gaven we het havengebied in beheer aan Havenbedrijf Rotterdam. Het ontbrak van beide kanten aan een scherpe visie op de ontwikkeling van het gebied en de bijbehorende investeringsagenda.   Dit traject heeft ons geholpen die visie te formuleren en concreet te maken. Een belangrijk resultaat is dat we nu beter kunnen inspelen op thema's als walstroom en verduurzaming, als onderdeel van een bredere investeringsagenda.   Door deze scherpere visie kunnen we andere mede-investeerders beter betrekken. Waar investeringen voorheen individueel werden opgepakt, is er nu meer samenhang en efficiëntie. We kunnen nu gezamenlijk langjarige investeringsprogramma's opstellen.'  Is er al een beeld van de omvang van die investeringen?  ‘We zijn bezig met de uitwerking. De visie staat, en de uitvoeringsagenda is naar verwachting binnenkort afgerond. Het Toekomstperspectief geeft de ontwikkelkoers voor het zeehavengebied weer, waar allereerst bedrijven zelf hun investeringen op kunnen enten zoals de eigen nautisch-maritieme voorzieningen. Gemeente en Havenbedrijf zorgen aan de hand van de uitvoeringsagenda voor een helder overzicht op inhoud en in tijd van wat er nog aan ontwikkelingen in de zeehaven nodig is. Daarmee kunnen dan bestaande investeringsprogramma's voor het hele havenindustriële complex worden benut voor de Dordtse zeehaven en kunnen we beter aansluiten bij nationale of Europese subsidieregelingen.’ Komen er minder woningen in Maasterras nu de stamlijn én het spooremplacement behouden blijven? ‘Waarschijnlijk enkele honderden minder dan de geambieerde 2.200, maar we blijven dicht bij dit aantal. Het behoud van spoorvoorzieningen zorgt voor een ander woonklimaat. We moeten bijvoorbeeld beter kijken naar de situering van groen. Voor Maasterras zetten we in op gestapelde bouw en stadswoningen. Het wordt een hoogstedelijk woonmilieu. Naar verwachting zal de gemeenteraad voor de zomer een besluit nemen over het bestemmingsplan.’  Foto: gemeente Dordrecht | © Wethouder Maarten Burggraaf

23-04-2025
Aanmelden nieuwsbrief