In de Green Deal Lage Weide worden alle duurzaamheidsdoelen voor het grootste bedrijventerrein van de provincie Utrecht bij elkaar gebundeld. Hiermee moet de samenwerking tussen de ruim achthonderd bedrijven en tweehonderd vastgoedeigenaren concreter worden gemaakt. Op de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette die medio september in Utrecht werd gehouden, deelde een kopgroep van ondernemers hun verhaal.
 

Op bedrijventerrein Lage Weide is vergroenen en verduurzamen nogal een opgave. Het is met 16 hectare vol distributiecentra, zwaar materieel en kantoorpanden het grootste terrein van de provincie Utrecht. En daarmee ook de perfecte stop voor de Groene, Gezonde Bedrijventerreinen Estafette voor de vraag: hoe kijkt de ondernemer tegen die vergroeningsopgave aan?

Op de estafettebijeenkomst op Lage Weide op 18 september staat het perspectief van ondernemers centraal, zij zijn tenslotte de spil voor de transitie op hun eigen terrein. Zij willen graag een steentje bijdragen, zegt spreker Elwin de Vink, business developer Duurzame Leefomgeving bij Donker Group. Maar op bedrijventerreinen gaat het uiteindelijk ook gewoon om andere prioriteiten.

‘Ondernemers hebben rekeningen, doelen te halen en grote groepen werknemers om naar uit te kijken’, voegt De Vink eraan toe. ‘Als je vanuit hun perspectief gaat kijken, dan draait het vooral om een return on investment’. Die return on investment, zoals ook bij eerdere estafettedagen duidelijk werd, komt in de vorm van gezondheidsbaten voor de werknemer en een lagere rekening achteraf.

Suzanne Schilderman, wethouder Economische Zaken en Circulaire Economie opende de estafettestop met het benadrukken van de steun die de gemeente biedt aan bedrijventerreinen als Lage Weide. ‘Ik merk dat deze locaties steeds meer in de aandacht staan, maar nog niet genoeg. Dat is de reden waarom we als Utrechts bestuur extra geld uittrekken voor verduurzaming en in ons coalitieakkoord een hoofdstuk wijden aan het koppelen van beleid en de uitvoering daarvan.’

Tweedeling vermijden
Om enkele van die groene baten nog eens te noemen: een groene omgeving scheelt op termijn bijvoorbeeld ziektedagen en uitval. Voor een enkele collega levert dit mogelijk meer dan 10.000 euro op, baseert De Vink op data van de Medibank Health Insurance. Met duizend collega’s tikt dat door tot in de miljoenen. Maar het stopt niet bij de mentale en fysieke gezondheid: vergroeningsmaatregelen bieden verkoelingseffecten, verhogen de isolatiewaarde van panden en verlengen de levensduur van zonnepanelen.

De Vink: ‘Het is gevaarlijk als we een tweedeling tegemoet gaan tussen versteende en ongezonde bedrijventerreinen en groene, gezonde bedrijventerreinen. Wie achterblijft, zal merken dat de aantrekkingskracht voor bedrijven om zich op jouw locatie te vestigen, sterk afneemt.’

Green Deal
Ondernemers op de Lage Weide wachten niet af en werken al enige tijd aan een eigen Green Deal Lage Weide, in samenwerking met de provincie Utrecht, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, ECUB en de Rabobank. De deal bestaat uit vier thema’s: energietransitie, duurzame mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie.

In de Green Deal worden concrete acties vermeld die tot snelle resultaten kunnen leiden. Ook de governance (middelen-capaciteit) van het programma worden op hoofdlijnen vastgelegd.

‘De meeste Green Deals gaan vaak vooral nog over energietransitie, maar volgens ons gaat duurzaamheid nog veel verder’, aldus Roeland Tameling, directeur parkmanagement van het bedrijventerrein. Hij noemt onder andere de impact op de sociale cohesie van werkgevers en werknemers, maar ook duurzamere bedrijfsvoering.

Met een kopgroep van dertien bedrijven worden al eerste stappen gezet. Op Lage Weide zijn al zestien bomenacties georganiseerd, de gemeente heeft geholpen met het aanleggen van 1 hectare hooiland en er zijn diverse andere acties opgezet. Het bedrijf Groenpand heeft een groene gevel, Uranus Cultuurlab heeft een medewerkerstuin en er zijn groene parkeerplaatsen aangelegd.

Anne de Roos van Veerkracht en Ronald Crombag van De Boom en het Meer zijn twee van die ondernemers uit de kopgroep Vergroening Lage Weide. Zij zien in de vergroeningsacties hoe graag bedrijven op Lage Weide hun bijdrage doen aan het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven en werknemers.

‘Ons bedrijventerrein is al wat ouder, maar wel functioneel, goed bereikbaar en een veilige werkomgeving. Ondernemers gaan rechtop zitten als je hen vraagt “hoe houden we dat in de toekomst zo?”’, aldus De Roos. Zij willen volgens haar graag aan tafel over het onderwerp, maar direct aan de slag gaan gaat voor ondernemers hand in hand met een duidelijke visie. ‘Een droombeeld vraagt om actie, collectieve acties vanuit het parkmanagement.’

Kwetsbare medewerkers
Dat de samenwerking op zo’n groot bedrijventerrein ingewikkeld is, ervaren ze ook bij sociaal werkgever UW Werkmaatschappij, ook gevestigd op Lage Weide. Zij detacheren kwetsbare werkzoekenden door heel de provincie, binnen UW zelf en extern.

‘Onze medewerkers staan vaak in constante overlevingsstand, waarbij onderdak en gezond eten niet gegarandeerd zijn’, zegt Tineke Lissenburg, KAM-coördinator (kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieuvriendelijk) bij UW en lid van de kopgroep vergroening. ‘Voor ons is het van groot belang om van hen duurzamere werknemers te maken.’ Een van de beoogde plannen om te vergroenen voor hun welzijn ligt naast een van de bedrijfsruimtes waar snoep en supplementen worden ingepakt.

Lissenburg laat een klein, rechthoekig grasveldje zien met vijftien meidoorns en jonge appel- en krentenbomen die het resultaat zijn van een van de eerdergenoemde bomenacties. Het is een eerste stap in het toevoegen van terreingroen waar medewerkers in de lunch een luchtje kunnen scheppen. ‘We zijn in gesprek met de gemeente om duurzaam, hufterproof buitenmeubilair over te nemen om hier te kunnen plaatsen’, vertelt Lissenburg over haar toekomstvisie voor UW.

Samenwerken met andere bedrijven op Lage Weide blijkt nog een flinke opgave. Zo heeft UW voertuigen nodig die nog niet elektrisch kunnen rijden, maar coördinatie met andere bedrijven op het terrein is niet mogelijk door de specifieke eisen waar de wagens aan moeten voldoen.

En voor ondernemers blijft het een financiële kwestie. Zo zat UW vorig jaar in een ruimere positie, waarop het bedrijf besloot om bewuster klanten aan te trekken op basis van een duurzamer profiel. Daarvoor werd een groene meetlat gehanteerd, die klanten beoordeelde op onder andere milieuprestaties, afvalproductie, sociale prestaties en waterverbruik.

Een jaar later is de vraag naar UW’s diensten teruggedrongen en kan de lat minder hoog worden gelegd. ‘Al blijven we er bij onze klanten op aandringen dat ook zij verduurzamen, bijvoorbeeld door hun verpakkingsmaterialen waar onze medewerkers mee werken.’

 

20-09-2023
Event
Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!
Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!

De druk op de ruimte voor transities neemt steeds meer toe: circulaire bedrijfsactiviteiten vragen om meer ruimte en dit geldt ook voor duurzame energiesystemen en schone tank- en laadinfrastructuur. Ondertussen is er een capaciteitstekort op het energienet en wordt productiewater steeds schaarser. Al deze opgaven komen samen op bedrijventerreinen. Maar bedrijventerreinen zijn ook de plekken waar met creatieve oplossingen meervoudige uitdagingen succesvol worden gecounterd, zodat ontwikkelingen kunnen doorgaan en de economie kan blijven doordraaien. Tijdens de PROVADA-sessie ‘Bridging the gap: ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!' van Buck Consultants International (BCI), kennisalliantie SKBN en vakblad BT wordt een brug geslagen tussen maatschappelijke ambities van overheden rond transities en de praktijk van economische gebiedsontwikkeling om deze te realiseren. Transities kunnen vaak niet los van elkaar worden gezien, en oplossingen zijn vaak integraal. Dat laten we zien aan de hand van een drietal casessen: Efficiënt ruimtegebruik met een multifunctionele Clean Energy Hub Ruimte gericht ontwikkelen voor circulaire bedrijvigheid Integraal ontwikkelen als oplossing voor meerdere transities Daarnaast is er een ervaren panel met specialisten en experts op het gebied van gebiedsontwikkeling, ruimtelijke ordening en vestigingsklimaat dat zal reageren op de casuïstiek. Mis het niet! Facts&Figures Event:     Bridging the gap: Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen! Datum:   Woensdag 18 juni Tijd:        11:30 - 12.30 uur Locatie:  PROVADA - Zaal E107  

18-06-2025
Nieuws
Zuid-Holland bestrijdt ‘scheefwerken’ met minimale milieucategorie
Zuid-Holland bestrijdt ‘scheefwerken’ met minimale milieucategorie

Provincie Zuid-Holland zet nu ook op bestaande bedrijventerreinen in op een – de facto – minimale milieucategorie. Zittende bedrijven mogen gebruikmaken van overgangsrecht in de vorm van een uitsterfregeling. Doel is een betere aanwending van milieuruimte. Die minimale milieucategorie voor geluid en geur gold al voor nieuw aan te leggen bedrijventerreinen. Met de voorgenomen invoering van een minimale milieucategorie op bestaande bedrijventerreinen, heeft de provincie Zuid-Holland een primeur.  Circa tweederde van de activiteiten die op een bedrijventerrein plaatsvinden heeft een lagere milieucategorie dan maximaal is toegestaan, aldus een onderzoek van economisch geograaf Gerlof Rienstra (Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies) en de SKBN. Een op de vier activiteiten hoort vanwege de gebruiksfunctie helemaal niet op een bedrijventerrein te zitten, en houdt daarmee kostbare ruimte bezet, aldus hetzelfde onderzoek. Ruimte die hard nodig is in het licht van de circulaire transitie en daarmee gepaard gaande verwachte expansie van activiteiten die deze gebruiksruimte wel nodig hebben.  Elk scenario dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte voor de circulaire transitie, wordt uitgegaan van additionele ruimtebehoefte tot 40 procent ten opzichte van het huidige ruimtegebruik voor economische activiteiten. Herziening Omgevingsbeleid 2025 In het nieuwe beleidsvoornemen, onderdeel van een set beleidswijzigingen- en aanscherpingen onder de noemer ‘Herziening Omgevingsbeleid 2025’, staat dat, in aanvulling op de huidige instructieregel in de omgevingsverordening, op bedrijventerreinen waar de maximale gebruiksruimte voor geluid- en geurzone 2 of hoger is, bedrijven in gebruiksruimte voor geluid- en geur zone 1 worden uitgesloten.  Onder de Omgevingswet worden die nog veel gebruikte milieucategorieën die gekoppeld zijn aan bij de VNG-handreiking Bedrijven en milieuzonering uit 2009 behorende activiteitenlijst op basis van SBI-codes (standaard bedrijfsindeling), minder relevant. Die ging uit van een vaste richtafstand per milieucategorie op basis van de activiteitenlijst. Feitelijk gaat het om ‘gebruiksruimte’ op zogeheten HMC-terreinen (hoge milieucategorie-terreinen) die de provincie zo optimaal mogelijk benut wil zien (zie kader onderaan dit artikel). In het wijzigingsvoorstel stelt de provincie zone 2 of hoger gelijk aan milieucategorie 3, dat een minimale milieucategorie wordt. Geluid- en geurzone 2 wordt in de uitleg gelijkgesteld aan activiteiten in milieucategorie 1 en 2, die dus worden uitgesloten.  Uitsterfregeling Zittende bedrijven die in een lagere milieucategorie vallen (conform de activiteitenlijst), kunnen gebruikmaken van het overgangsrecht door middel van een uitsterfregeling. ‘Bestaande situaties krijgen een volwaardige positieve bestemming, maar het gebruik mag niet worden voortgezet nadat het gedurende een bepaalde periode is onderbroken’, aldus de letterlijke tekst in het voorgenomen wijzigingsvoorstel. Met de uitsterfregeling wordt het risico op nadeelcompensatie voor de gemeenten en de provincie beperkt, al dan niet voor het eventueel dekken van kosten voor bedrijfsverplaatsingen. Voor eventuele bedrijfsverplaatsingen kijkt de provincie Zuid-Holland of een financiële voorziening mogelijk is en kijkt hierbij ook naar cofinanciering vanuit het Rijk. Ook hierbij is het vrijspelen van kostbare milieuruimte het achterliggende doel.  Maatwerk mogelijk Voor bedrijven die in een lagere hindercategorie vallen, maar wel waarde toevoegen aan het ecosysteem op een bedrijventerrein, biedt de huidige omgevingsverordening van de provincie al in beperkte mate mogelijkheden. De eerste schets van de Herziening 2025 lag tot en met maandag (24 maart) digitaal ter inzage. Op basis van de verkregen input wordt de ontwerp-herziening gemaakt die vervolgens opnieuw ter inzage wordt gelegd waarna formele zienswijzen kunnen worden ingediend. De terinzagelegging van het ontwerp van de herziening is voorzien vanaf de zomer 2025. Gedeputeerde Staten (GS) van provincie Zuid-Holland herziet het beleid jaarlijks, om zo in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.  Van milieucategorie naar milieuzone met gebruiksruimte Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet komen alle milieuregels, zowel uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) als uit de Wet milieubeheer (Wm), in beginsel een-op-een terecht in het omgevingsplan. Het ‘milieuspoor’ bevatte geluidsnormen die gelden bij de dichtstbijzijnde woning of een ander geluidgevoelig gebouw, ook als de afstand veel groter is dan de richtafstand. Het ‘ruimtelijk spoor’ ging uit van vaste richtafstanden per milieucategorie op basis van bovengenoemde activiteitenlijst. Het werken met minimale richtafstanden op basis van een bij een SBI-code behorende milieucategorie, is volgens kenners achterhaald. Bij de werkwijze met zones op basis van gebruiksruimte, gaat het om reële gebruiksruimte die een bedrijf nodig heeft om te kunnen produceren. Het omzetten van regels van het tijdelijk deel naar het nieuwe deel van het omgevingsplan moet eind 2031 klaar zijn. Het is de bedoeling dat het milieuspoor en het ruimtespoor geïntegreerd worden. Lees het artikel terug op BT-online.nl

26-03-2025
Aanmelden nieuwsbrief