In verband met de wens om efficiënter met bestaande ruimte om te gaan, vroeg het provinciebestuur de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) een studie op te stellen. Deze studie, onder de noemer INTENS, biedt een omvangrijke leidraad met verdichtingsingrepen en concludeert dat er vooral bij ingrepen op clusterniveau veel maatschappelijke winst valt te behalen. De OMU zet vooralsnog in op oplossingen op kavelniveau.
Inmiddels krijgt het intensiveringsbeleid bij de OMU vorm, zo vertellen OMU-directeur Frank Hazeleger en Toon Verschuren, senior beleidsadviseur ruimtelijke economie van de provincie Utrecht, tijdens een Projectvisit Verdienmodellen in Utrecht van de SKBN.
Verschuren vertelde dat er programmeringsafspraken met de regio’s U16, Amersfoort en Food Valley worden gemaakt om de vraag naar bedrijfsruimten te reguleren. Met de schaarse ruimte en ook de vraag naar toekomstbestendige bedrijventerreinen is een uitgifteprotocol een instrument om succesvol te intensiveren en verduurzamen. In het uitgifteprotocol kunnen namelijk ook procesafspraken worden gemaakt over hoe er onder meer moet worden omgegaan met uitbreidingen.
Het uitgifteprotocol van de provincie Utrecht is nog geen done deal, zegt Verschuren. Belangen van veel partijen zijn een mogelijk struikelblok, reageerde beleidsadviseur Gerlof Rienstra. Volgens hem moet de provincie Utrecht kijken naar succesvolle voorbeelden elders in het land. Naar de regio Twente bijvoorbeeld, waar goede afspraken zijn gemaakt tussen provincie en regiogemeenten over de uitgifte van bedrijventerreinen die groter zijn dan twee hectare. Indien dat het geval is, moet er altijd eerst gekeken worden of er nog ruimte is op het Regionale Bedrijventerrein XL in Almelo.
De OMU is ondertussen al zelf aan de slag met intensiveren. Dat doet de ontwikkelingsmaatschappij aan de hand van de drie werkwijzen: investeren, financieren en faciliteren. Om hectares vrij te spelen zoekt OMU naar kansrijke kavels (‘prioritaire locaties’) waarna het naar eigen zeggen als ‘regisseur van de schuifruimte’ fungeert.
In de praktijk gaat dat er zo uitzien: OMU zoekt naar verpauperde bedrijfspanden, de ‘rotte appels’, zoals Hazeleger ze zelf noemt. ‘Die herken je door het hoge onkruid voor de deur en de te volle brievenbus. De wensenlijst om dergelijke panden op te kopen is groot, maar ondernemers doen ze meestal niet meteen van de hand. Dat vergt veel aandacht; we bellen regelmatig.’
Als de ondernemer overstag gaat en zijn bedrijfspand voor een marktconforme prijs verkoopt, neemt OMU de regie in de herontwikkeling door grond te verwerven, te slopen en uiteindelijk door te verkopen aan nieuwe gebruikers met de nodige eisen. Bij voorkeur met een sluitende businesscase. Maar naar verwachting leidt dit soms tot een onrendabele top die, vanwege het maatschappelijke belang (naast intensivering verduurzaming), door de provincie Utrecht wordt geaccepteerd.