Een duidelijk uitgifteprotocol moet de Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) en de provincie Utrecht helpen om tot en met 2030 in totaal 85 hectare ruimtewinst te boeken op bestaande bedrijventerreinen. In het uitgifteprotocol zullen onder meer kwalitatieve afspraken over zorgvuldig ruimtegebruik, duurzaamheid, functiemening en transformatie worden gemaakt. De provincie stelde 30 miljoen euro beschikbaar voor een herstructereringsfonds waarmee de OMU gericht investeert in intensivering.

In verband met de wens om efficiënter met bestaande ruimte om te gaan, vroeg het provinciebestuur de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) een studie op te stellen. Deze studie, onder de noemer INTENS, biedt een omvangrijke leidraad met verdichtingsingrepen en concludeert dat er vooral bij ingrepen op clusterniveau veel maatschappelijke winst valt te behalen. De OMU zet vooralsnog in op oplossingen op kavelniveau.

Inmiddels krijgt het intensiveringsbeleid bij de OMU vorm, zo vertellen OMU-directeur Frank Hazeleger en Toon Verschuren, senior beleidsadviseur ruimtelijke economie van de provincie Utrecht, tijdens een Projectvisit Verdienmodellen in Utrecht van de SKBN. 

Uitgifteprotocol regionaal geregeld

Verschuren vertelde dat er programmeringsafspraken met de regio’s U16, Amersfoort en Food Valley worden gemaakt om de vraag naar bedrijfsruimten te reguleren. Met de schaarse ruimte en ook de vraag naar toekomstbestendige bedrijventerreinen is een uitgifteprotocol een instrument om succesvol te intensiveren en verduurzamen. In het uitgifteprotocol kunnen namelijk ook procesafspraken worden gemaakt over hoe er onder meer moet worden omgegaan met uitbreidingen.

Het uitgifteprotocol van de provincie Utrecht is nog geen done deal, zegt Verschuren. Belangen van veel partijen zijn een mogelijk struikelblok, reageerde beleidsadviseur Gerlof Rienstra. Volgens hem moet de provincie Utrecht kijken naar succesvolle voorbeelden elders in het land. Naar de regio Twente bijvoorbeeld, waar goede afspraken zijn gemaakt tussen provincie en regiogemeenten over de uitgifte van bedrijventerreinen die groter zijn dan twee hectare. Indien dat het geval is, moet er altijd eerst gekeken worden of er nog ruimte is op het Regionale Bedrijventerrein XL in Almelo. 

Werkwijze van de OMU

De OMU is ondertussen al zelf aan de slag met intensiveren. Dat doet de ontwikkelingsmaatschappij aan de hand van de drie werkwijzen: investeren, financieren en faciliteren. Om hectares vrij te spelen zoekt OMU naar kansrijke kavels (‘prioritaire locaties’) waarna het naar eigen zeggen als ‘regisseur van de schuifruimte’ fungeert.

In de praktijk gaat dat er zo uitzien: OMU zoekt naar verpauperde bedrijfspanden, de ‘rotte appels’, zoals Hazeleger ze zelf noemt. ‘Die herken je door het hoge onkruid voor de deur en de te volle brievenbus. De wensenlijst om dergelijke panden op te kopen is groot, maar ondernemers doen ze meestal niet meteen van de hand. Dat vergt veel aandacht; we bellen regelmatig.’

Als de ondernemer overstag gaat en zijn bedrijfspand voor een marktconforme prijs verkoopt, neemt OMU de regie in de herontwikkeling door grond te verwerven, te slopen en uiteindelijk door te verkopen aan nieuwe gebruikers met de nodige eisen. Bij voorkeur met een sluitende businesscase. Maar naar verwachting leidt dit soms tot een onrendabele top die, vanwege het maatschappelijke belang (naast intensivering verduurzaming), door de provincie Utrecht wordt geaccepteerd.

07-10-2022
Event
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’

‘Sturende bedrijventerreinen – ruimte maken voor transities’ is hét thema van het 19e BT Event op donderdag 14 november in De Fabrique in Utrecht. Want naast een faciliterende rol door het accommoderen van ruimtevragen, hebben de 3800 bedrijventerreinen in Nederland als vitale infrastructuur per definitie een sturende impact op de wereld van morgen. Door te kiezen welke ruimtevragen je wel of niet accommodeert, welke activiteiten je wáár accommodeert, welke circulaire stromen je mogelijk maakt, hoe je ruimte biedt aan opwek en opslag van energie en hoe je een vruchtbare bodem legt voor innovatieclusters, kun je transities helpen versnellen. De ruimte en activiteiten op bedrijventerreinen hebben daarin een cruciale rol.  Het borgen van ruimte voor stadsverzorgende (circulaire) bedrijvigheid en praktische banen in de nabijheid van bevolkingsconcentraties, is een nadrukkelijk doel van gemeenten die bij gronduitgifte steeds vaker op maatschappelijke waardecreatie sturen.  Waar ruimte en grond al zijn vergeven, willen overheden – zo goed en kwaad als het gaat – regie terugpakken op bedrijventerreinen. Creatief omgaan met bestaande/beschikbare ruimte door beter benutten, intensiveren, stapelen en mixen vergroot zowel de maatschappelijke als economische output. Op nationaal niveau ontstaat – gevoed vanuit meervoudige schaarste – een nieuw paradigma van ‘keuzes maken’. Selectieve groei en het mogelijk afschalen van economische sectoren die veel ruimte vragen, maar een beperkte economische en maatschappelijke waarde genereren, zijn geen taboes meer. Tegelijk dringt het besef door dat bepaalde sectoren door digitale en circulaire transities juist méér ruimte nodig hebben. Denk daarbij aan grootschalige (data)logistiek, en de opslag/verwerking van reststromen. Deze relatief nieuwe ruimtevragers moeten zo goed mogelijk worden ingepast. Zowel fysiek-ruimtelijk, als binnen een duurzaam economisch-ruimtelijk systeem. Op het BT Event in Utrecht gaan we, samen met onze partners Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, Gemeente Amersfoort en de NV OMU, aan de slag met de sturende rol die bedrijventerreinen kunnen oppakken. Met een duidelijke focus op processen, praktische oplossingen, financierbaarheid en uitvoerbaarheid. HOUD DE CONGRESSITE IN DE GATEN VOOR MEER INFO.  

14-11-2024
Nieuws
Leren van aanpak Smart Energy Hubs Oost-Nederland
Leren van aanpak Smart Energy Hubs Oost-Nederland

Gerard Schouw (Bestuurlijk Aanjager Slim met Stroom) kwam donderdag 22 augustus 2024, samen met een delegatie van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei op bezoek in Twente. Wat zijn de ervaringen van de afgelopen jaren in Oost-Nederland en de regio Twente op het gebied van de Energiehubs? Dat was de belangrijkste vraag van dit bezoek. de delegatie was te gast bij groeibriljant Demcon, de technologieontwikkelaar uit Twente. Jeroen Zandstra en Jan Leideman van Demcon gaven een mooie inkijk in de groeiplannen van Demcon en de manier waarop netcongestie deze plannen vertraagt. “Dat leidt niet alleen tot uitdagingen voor Demcon, maar ook voor veel andere bedrijven, volgens Bertyl Lankhaar, directeur van Kennispark Twente. Zo wordt ook de uitgifte van kavels hierdoor belemmerd. Gelukkig is er ook goed nieuws! Met de tweede regiodeal Twente wordt hard gewerkt aan oplossingen. Zowel bij de individuele bedrijven achter de meter, samen met de gemeente Enschede door de realisatie van een Solar Parking boven de parkeerplaatsen van het FC Twente stadion en tot slot bij de opslag via een batterijsysteem." Samenwerking in regio’s van Oost-Nederland als voorbeeld In het versnellingsprogramma Smart Energy Hubs (een icoon programma van Think East Netherlands) werken onder aanvoering van Oost NL overheden, kennisinstellingen en bedrijven samen aan de ontwikkeling van meer kennis en oplossingen voor energiehubs op bedrijventerreinen. Dit gebeurt nu op 4 plekken in de #provincie Overijssel en 6 plekken in de #provincie Gelderland. Met de netbeheerders wordt gewerkt aan bijvoorbeeld pilots voordat de verdere uitrol kan plaats vinden: Pilotprojecten energiehubs | Enexis Netbeheer. Maar voorbereiding en planning is key! Het kan en moet sneller Dus in de regio’s van Oost-Nederland werken ondernemersverenigingen onder aanvoering van VNO-NCW Midden met de gemeenten aan de werkvoorbereiding van nieuwe energiehubs en de realisatie van de fysieke maatregelen op de bestaande. Samen zorgen we er zo voor dat de ‘klantreis’ van een energiehub zo kort mogelijk kan blijven, terwijl we intussen uitkijken naar betere oplossingen die aansluiten op de nieuwe Energiewet. Want veel zaken kunnen en moeten sneller. Data-uitwisseling, de tijd en dus prioriteit die netbeheerders aan decentrale oplossingen mogen geven, maar ook de mogelijkheid voor netbeheerders om hierin mee te investeren. Gerard Schouw neemt de praktijkkennis uit Twente en Oost-Nederland graag mee in zijn eindrapport, dat hij dit najaar aan de minister van Klimaat en Groene Groei aanbiedt: “Netcongestie is ‘here to stay’ als we niet samen de schouders onder flexibele oplossingen zetten. Inspirerend om te zien hoe stakeholders elkaar op dit vlak steeds beter weten te vinden. Nieuwe energiehubs in de regio kunnen goed gebruikmaken van de handvaten die Oost NL en de Twente Board bieden. Flexibiliteit is niet alleen een financiële, technische en juridische uitdaging, maar ook een sociaal-organisatorische. Hierin loopt deze regio duidelijk voorop! In mijn rapport adviseer ik een aantal maatregelen om de besproken knelpunten, zoals de beschikbaarheid van energiedata, op landelijk niveau aan te pakken.” Kijk voor meer informatie over de Smart Energy Hubs Oost-Nederland op oostnl.nl.

26-08-2024
Nieuws
'Overheden kunnen meer doen om netcongestie te voorkomen'
'Overheden kunnen meer doen om netcongestie te voorkomen'

In de strijd tegen netcongestie spelen netbeheerders een grote rol, maar provincies en gemeenten kunnen vaak meer bijdragen dan gedacht. Tijdens de Schakeldag in Den Bosch wees adviesbureau AT Osborne erop dat decentrale overheden meer regie kunnen pakken. Dat speelveld moet wel veranderen, met nog meer handvatten en afwegingsruimte voor provincies en gemeenten. Dat het elektriciteitsnet vol zit en steeds verder overbelast raakt, mag bekend zijn. De impact wordt extra duidelijk met een landkaart waarop bijna alle provincies rood kleuren. Met die opening leidde adviesbureau AT Osborne een van de kennissessies op de Schakeldag in Den Bosch.   Uitbreiding en versterking van het net blijft nodig, maar is nog vooral een taak voor netbeheerders. AT Osborne bracht daarom in beeld welke juridische middelen provincies en gemeenten hebben om ruimtelijk meer invloed uit te oefenen op het net. Sturen op aanbod Decentrale overheden kunnen strakker regie pakken op de stroominvoer op het elektriciteitsnet. Dit kan bijvoorbeeld bij het zorgvuldig aanwijzen van locaties voor de grootschalige (duurzame) opwek van elektriciteit. Op andere plekken hebben ze de mogelijkheid om dit te verbieden.   Sturen op vraag Een andere belangrijke invloed voor provincies en gemeenten ligt bij het zorgvuldig sturen op de afname van elektriciteit en de capaciteitsvraag. Het is aan overheden om locaties aan te wijzen waar grote energievragers, zoals wijken of bedrijven, zich wel of niet mogen vestigen.   Beter benutten Slimme systeemoplossingen en maatregelen voor een betere energie-efficiëntie bieden meer ruimte. Dit bepaalt hoe nieuwe functies worden aangesloten en met welke capaciteitsvraag. Denk aan een gedeelde aansluiting van een zonne- en windpark of het beter timen van de netbelasting. ‘Een ander voorbeeld is cable pooling, of het afvlakken van pieken', benoemde Eefje Remijn van AT Osborne. Daarbij wordt een bestaande netaansluiting - en daarmee dezelfde elektriciteitskabel - ingezet voor twee verschillende opwekcentrales. Dit is vaak mogelijk en beperkt de congestie.   Elektriciteitsopslag Hierbij gaat het om slimme systeemoplossingen zoals batterijen en de omzet naar een andere energiedrager zoals waterstof. Het opslaan van energie zorgt vooral voor een flexibelere invoer en afname van stroom op het net.   Juist de combinatie van deze vier instrumenten bepaalt of het doel van provincies of gemeenten wordt gehaald, valt te lezen in een onderzoek van het adviesbureau. Om te beoordelen welke instrumenten ingezet kunnen worden, heeft het bureau een “stroomschema” gemaakt. ‘We zien dat steeds meer overheden regels opstellen om hier zorgvuldig op te sturen’, zei Remijn. Meer speelruimte nodig Hoewel deze vier mogelijkheden meer regie geven aan overheden, ligt de meeste speelruimte nog bij de netbeheerders. Dat is een gevolg van de nog actuele Gaswet en Elektriciteitswet uit 1998. ‘Die wet gaat heel erg uit van een centraal beheer van het net, waarbij overheden weinig bevoegdheden hebben, en netbeheerders juist veel', zei Jacco Karens van het adviesbureau. Toch hebben netbeheerders en overheden veel overlappende belangen en bevoegdheden. ‘Dit is een grijs gebied, waarin voor overheden meer concretisering moet komen zodat ze meer speelruimte krijgen', vervolgde Karens.   ‘Het is bijvoorbeeld nog onduidelijk of een gemeente een batterij kan weigeren - omdat deze de druk op het net alleen maar zou toenemen – en in plaats daarvan kan kiezen voor een andere invulling.’ Elektriciteitsprojecten versnellen Onlangs werd besloten dat netbeheerders grote elektriciteitsprojecten met 1,5 jaar kunnen versnellen, als deze kunnen worden aangewezen als ‘zwaarwegend maatschappelijk belang’.   ‘Dit is een goede stap, maar wederom geldt deze afwegingsruimte niet voor het werk van overheden.’ Het huidige speelveld moet daarom op de schop. ‘Netcongestie speelt in veel uiteenlopende regio's en vraagt om een nieuwe decentrale aanpak’, vervolgde Karens.   De nieuwe Energiewet van minister Jetten moet daar verandering in brengen. Al heeft deze nog steeds beperkingen, benadrukte Remijn. ‘De wet bevat nog weinig vernieuwende regels voor decentrale overheden om te sturen op het belang van de energievoorziening.’ Betere locatie batterijen Vanuit de zaal tijdens de Schakeldag gaf een medewerker van netbeheerder TenneT nog drie adviezen aan overheden.   'Kijk bij inpassing goed of de operatie een regionale of landelijke verhouding betreft. Ook kunnen gemeenten en provincies nog scherper kijken naar de aansluitingsmogelijkheden voordat ze grond uitgeven aan nieuwe bedrijven.’ Het derde advies van de netbeheerder is om als overheid nauw te blijven samenwerken met Tennet. ‘Installaties die positief zijn voor de netcongestie worden niet altijd goed geïnstalleerd.’   Zo heeft een batterij een positief effect op netcongestie, maar wordt die volgens de medewerker van TenneT vaak te dicht bij een hoogspanningsverbinding geïnstalleerd. ‘Dat is juist slecht is voor het net. Het is daarom belangrijk om altijd goed te communiceren met de landelijke netbeheerder.'  Uitbreiding en versterking van het net blijft nodig, maar is nog vooral een taak voor netbeheerders. AT Osborne bracht daarom in beeld welke juridische middelen provincies en gemeenten hebben om ruimtelijk meer invloed uit te oefenen op het net. Lees het volledige artikel ook op Stadszaken.nl

27-06-2024
Aanmelden nieuwsbrief