Gedeputeerde Staten van provincie Gelderland hebben ingestemd met het nieuwe Regionaal Programma Werklocaties (RPW) 2025-2028 voor de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Het plan zet stevig in op voldoende en geschikte ruimte voor bedrijventerreinen. En het beschermen van ruimte voor bedrijven in de hogere milieucategorieën.

Vernieuwing van bestaande bedrijventerreinen eerst 

De nadruk van het plan ligt op het beter gebruik maken van bestaande bedrijventerreinen. Dat kan door de bestaande ruimte beter en intensiever te gebruiken. Bijvoorbeeld door meer bedrijven per vierkante meter, meerdere verdiepingen op bedrijven, ruimtes delen of leegstaande panden opnieuw in gebruik nemen. Zo blijft er voldoende ruimte voor economische groei en ondernemerschap. Nieuwe locaties worden wel onderzocht.  

Bescherming voor bedrijven in een hoge milieucategorie

Een ander belangrijk doel van het plan is om genoeg ruimte te houden voor bedrijven die in een hoge milieucategorie (HMC) vallen. Ze vallen in een hoge categorie omdat ze bijvoorbeeld geluids- of geuroverlast veroorzaken. Dat kunnen circulaire bedrijven zijn die plastic omsmelten om nieuw plastic te maken, of puin breken voor hergebruik. Of ijzergieterijen die staal smelten, of afvalverbranders wat stadswarmte oplevert. Deze bedrijven zijn belangrijk voor de economie in de regio, maar komen soms in de knel door woningbouw en groei van steden. In het plan staat dat verandering van de bestaande kavel alleen mag, als de verloren vierkante meters ergens anders in de gemeente of regio terugkomen. 

Oplossingen

"We staan voor grote ruimtelijke uitdagingen vanwege chronisch ruimtekort. Voor woningen, maar ook voor bedrijven. Voor een gezonde economie hebben bedrijven voldoende ruimte om te kunnen ondernemen, en te kunnen groeien. Dit plan geeft oplossingen." aldus Helga Witjes, gedeputeerde Economie

Ambitieuzer plan

Het RPW 2025-2028 is ambitieuzer dan eerdere plannen en past goed bij het provinciale beleid. Voor de regio is het belangrijk dat er genoeg ruimte blijft voor bedrijven, ook voor bedrijven met een hoge milieubelasting. Als een bedrijventerrein aangepast of kleiner wordt, moet het verlies aan ruimte op een andere plek worden goedgemaakt. 

De regio maakte het RPW samen met provincie Gelderland. Voor meer informatie kunt u naar de website van GMR.

25-06-2025
Event
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’

Een van de leidende principes in veel beleidsstukken is dat ruimte voor economie niet mag afnemen. Een no net loss dus. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Het omgevingsprogramma is een krachtig beleidsinstrument uit de Omgevingswet, die zich bij uitstek leent om, samen met gebiedspartners, ruimtelijk-economische ambities concreet te maken.  Op dinsdag 18 november organiseren vakblad BT en TwynstraGudde het webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’. Met in de hoofdrol vier gemeenten die pionierden met het omgevingsprogramma.  Je leert:  Welke soorten omgevingsprogramma’s er zijn (thematisch- of gebiedsgericht) en welk type zich het beste leent voor welk doel;  De afweging maken of het omgevingsprogramma een geschikt instrument is om jou/jullie ruimtelijk-economische ambities verder invulling te geven;  Hoe je bestaand beleid door vertaalt naar een omgevingsprogramma, en wat de toegevoegde waarde is;  Welk type maatregelen in een omgevingsprogramma kunnen worden opgenomen, zoals fysieke acties (ruimreserveringen), juridische instrumenten (regels of uitsluitingen), financiële prikkels/fondsen, maar ook ‘softere’ maatregelen zoals campagnes en het organiseren van netwerken (met bedrijfsleven of kennisinstellingen);  Hoe je van een omgevingsprogramma tot programmatisch werken en uitvoering komt;  Hoe een omgevingsprogramma de weg plaveit naar een algemeen bindend omgevingsplan.  MELD JE METEEN AAN!   PROGRAMMA  09.30 uur  Introductie ‘programma onder de Omgevingswet’  Puck Brunet de Rochebrune & Anouk Paris, resp. principal adviseur en senior adviseur Ruimte, Wonen & economie, TwynstraGudde   09.45 uur  Praktijkcasus 1: Werken aan een balans tussen agrarisch landgebruik, bedrijventerreinen en recreatie – Omgevingsprogramma Economie, Gemeente Putten   Reinard de Jong - Manager Opgaven, Programma's en Projecten, Gemeente Putten en Puck Brunet de Rochebrune (TwynstraGudde)  10.00 uur  Praktijkcasus 2: Beter benutten bestaande bedrijventerreinen, kantoorlocaties en overige werklocaties - Omgevingsprogramma werklocaties, Gemeente Amersfoort  Marco van Hoek, programmamanager Werken, Gemeente Amersfoort  10.15 uur  Praktijkcasus 3: Vastleggen lange termijnvisie en maatregelen op een bedrijventerrein, mét ondernemers – Gebiedsgericht omgevingsprogramma voor bedrijvenpark ‘De Boezen’, Pijnacker   Kjell Wansleeben, senior adviseur Ruimte, Gemeente Pijnacker-Nootdorp  10.30 uur  Praktijkcasus 4: Gemeente Urk (nader in te vullen)  Sjane Marie van Urk, beleid Ruimtelijke Ordening, Gemeente Urk  10.45 uur  Einde  FACTS & FIGURES  Wat: Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’.  Wanneer: Dinsdag 18 november 2025, 09.30 uur – 10.45 uur.  Kosten: Het is een gratis webinar. Voor wie: EZ-ambtenaren van gemeenten, provincies en rijk, medewerkers van ontwikkelings- en herstructureringsmaatschappijen en iedereen die bezig is met het realiseren van ruimtelijk-economische ambities.  Aanmelden  

18-11-2025
Nieuws
Gelderse binnenhavens werken samen in Gelreport
Gelderse binnenhavens werken samen in Gelreport

De binnenhavens van Arnhem, Nijmegen en Tiel hebben samen met de provincie het convenant Gelreport ondertekend. De focus ligt hierbij onder andere op het creëren en behouden van ruimte voor watergebonden bedrijvigheid, toename van goederenvervoer, efficiënt ruimtegebruik, bereikbaarheid, digitalisering en klimaatverandering. ‘We willen bestaande ruimte beter benutten en waarborgen voor de toekomst.’ De Gelderse binnenhavens van Arnhem, Nijmegen en Tiel hebben hun krachten gebundeld in het samenwerkingsverband Gelreport. Dit initiatief is het resultaat van een onderzoek dat in 2024 werd uitgevoerd naar mogelijke strategische samenwerking tussen de drie havens. Het convenant, dat op 27 juni werd ondertekend, legt de basis voor gezamenlijke projecten op vijf strategische thema’s: goederenvervoer, efficiënt ruimtegebruik, bereikbaarheid, digitalisering en klimaatverandering. Ellen van der Lei, senior manager bij Oost NL en kwartiermaker van Gelreport, benadrukt het belang van samenwerking op zowel strategisch als operationeel niveau: ‘Wat we nu zien, is dat de gemeenten in Gelderland zich realiseren dat het versterken van samenwerking niet alleen op strategisch niveau, maar ook op operationeel niveau, zoals gezamenlijk havenbeheer belangrijk is. Door gezamenlijke investeringen en subsidies aan te vragen, kunnen we efficiënter werken, in plaats van dat iedere gemeente afzonderlijk het wiel moet uitvinden.’   Deze aanpak volgt het succesvolle voorbeeld van andere provincies, waar vergelijkbare samenwerkingsverbanden al zijn opgezet, zoals Brabant Ports, Blueports in Limburg en Port of Twente en Zwolle in Overijssel. De samenwerking is voorlopig vastgelegd tot eind 2029. Dit jaar wordt een concrete uitvoeringsagenda opgesteld, waarbij een stuurgroep minimaal twee keer per jaar bijeenkomt om de voortgang te bespreken. Juiste bedrijf op de juiste plaats Een van de kernpunten van Gelreport is het efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte in de havens. ‘Het is essentieel dat we de juiste bedrijven naar de juiste plaatsen in de binnenhavens brengen, zodat we de beschikbare ruimte optimaal kunnen benutten. Dit geldt vooral voor watergebonden bedrijven, waar ruimte op de kades en de verbinding met waterwegen cruciaal zijn voor de bedrijfsvoering.’ Het probleem van het verkeerd benutten van ruimte blijkt al bij verschillende havens. Kavels werden in het verleden verkocht aan bedrijven die geen gebruik maakten van de waterverbinding en de kades. Van der Lei: ‘Er moeten strengere eisen komen voor bestemmingsplannen. De watergebonden kavels moeten ook benut worden door bedrijven die vervoeren over het water, zodat de waarde van de haveninfrastructuur behouden blijft en goed benut wordt. Dit vraagt om een actieve sturing van de gemeenten.’ Gelreport: vijf thema’s voor samenwerking De oprichting van Gelreport is het resultaat van een verkenning die in 2024 werd gestart naar samenwerking tussen de Gelderse binnenhavens. Die samenwerking krijgt nu vorm aan de hand van vijf strategische thema’s: goederenvervoer en logistiek, waarbij havens hun krachten bundelen om efficiënter te opereren en logistieke kansen te benutten; ruimtegebruik, met gezamenlijke optimalisatie van laad- en losfaciliteiten voor een effectiever gebruik van de beschikbare ruimte; bereikbaarheid, waarin de focus ligt op betere verbindingen over water en land; digitalisering, met gezamenlijke inkoop van ICT en het delen van data om processen te verbeteren; en klimaat en energietransitie, waarin havens samen inzetten op verduurzaming en het faciliteren van zero-emissievaart. ‘We merken dat de drie gemeenten beseffen dat er meer sturing nodig is, want in het verleden zijn kavels op deze terreinen verkocht aan partijen die het water helemaal niet nodig hebben. In het onderliggende programma van het convenant is afgesproken dat gemeentes beter met elkaar moeten afstemmen. Als er bijvoorbeeld een bedrijf komt met speciale wensen voor Nijmegen en daar geen plek meer is, de andere havens samen naar een geschikte locatie zoeken.’ Ook de Provincie Gelderland speelt een belangrijke rol in deze afstemming: ‘Ze moet hierin sturing uitoefenen via het Regionaal programma Werklocaties, dat zicht heeft op wat er overal speelt en kan helpen bij het maken van keuzes over de bestemming van de ruimte.’ Het creëren van nieuwe ruimte voor waterverbonden bedrijven in de havens is belangrijk, maar het behouden en verbeteren van de bestaande ruimte is even cruciaal, aldus Van der Lei. ‘We moeten ervoor zorgen dat de schaarse ruimte in de binnenhavens van Tiel, Arnhem en Nijmegen blijft voldoen aan de eisen van de verschillende sectoren die er zijn gevestigd, maar ook aan de verwachtingen van de circulaire economie.’ Ruimte voor circulaire economie Binnen de strategische thema’s van de samenwerking wordt de circulaire economie als een belangrijke pijler beschouwd, vooral omdat binnenhavens een centrale rol kunnen spelen in de transitie naar een duurzamer economisch model. ‘Circulaire economie is niet meer weg te denken uit de huidige ontwikkelingen. De binnenhavens bieden de ruimte en infrastructuur om circulaire initiatieven op grote schaal te ondersteunen, zoals hergebruik van materialen en het sluiten van productkringen.’ Een van de uitdagingen is echter het verduidelijken van wat precies onder ‘circulaire havens’ valt. ‘In de havens wordt al gewerkt aan circulaire initiatieven, maar wat precies de invulling is, moeten we nog verder uitwerken. Moet je bijvoorbeeld ruimte reserveren voor de opslag van gerecycleerde materialen, zoals schroot of zand? Wat houdt circulariteit precies in voor een haven?’ Blueports als inspiratie Gelreport heeft zich volgens Van der Lei ook laten inspireren door het Blueports-initiatief, een samenwerkingsverband van verschillende binnenhavens in Limburg en België. ‘We hebben gekeken naar het Blueports-model, waarin meerdere havens gezamenlijk hun krachten bundelen om meer efficiëntie en duurzaamheid te realiseren. Dit biedt een mooi voorbeeld van hoe samenwerking tussen havens de positie van de regio kan versterken.’ Hoewel het samenwerkingsverband voorlopig bestaat uit de drie Gelderse binnenhavens, is het doel om de samenwerking uit te breiden naar andere gemeenten met binnenhavens en watergebonden bedrijventerreinen binnen Gelderland. Van der Lei: ‘We zijn nu ook in gesprek met de gemeente Doesburg, Zutphen, Wageningen en Harderwijk. De ambitie is om een provinciebrede samenwerking te creëren, zodat we de grote uitdagingen in binnenhavens en watergebonden bedrijvigheid gezamenlijk kunnen aanpakken. Daarnaast kijken we natuurlijk ook wat er in Noord-Brabant, Overijssel en in Duitsland speelt. De vaarwegen houden niet op bij de provinciegrenzen.’  Digitalisering speerpunt De drie binnenhavens richten zich niet alleen op de fysieke infrastructuur van de havens, maar ook op digitalisering en verduurzaaming. Van der Lei licht toe: ‘We willen zoveel mogelijk koppelen aan bestaande projecten, zoals digitaliseringsprojecten van de Topcorridors en het Schone Luchtakkoord. Digitalisering is een speerpunt binnen onze agenda, en we kunnen makkelijk aansluiten bij projecten die al lopen, zonder dat het ons veel extra middelen of capaciteit kost.’ Met de oprichting van werkgroepen per thema gaat de samenwerking na deze zomer gelijk van start.

01-07-2025
Nieuws
10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid
10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid

Het Rijk moet financiële rugdekking bieden voor herontwikkeling en strategische uitbreiding van economische ruimte. ‘Wellicht kan het zelfs uit het defensiebudget komen’. Het was een van de opvallendste suggesties in een online-debat op donderdag 3 juli 2025 over de recent gepubliceerde Ruimtelijk Economische Visie. Vakblad BT destilleerde 10 aanbevelingen voor een slagvaardiger ruimtelijk-economisch beleid, waar het fysieke ruimte aangaat.  De Ruimtelijk Economische Visie mist slagkracht, onder meer omdat de aanvankelijke harde ruimteclaim uit het Programma Ruimte voor Economie ontbreekt. Tot dat gedeelde oordeel kwamen de deelnemers aan het online-debat dat Buck Consultants International (BCI) met medewerking van BT organiseerde over de Ruimtelijk Economische Visie (verder: REV) van het Ministerie van Economische Zaken. Bevolkingsgroei, duurzame transities en economische weerbaarheid door geopolitieke spanningen resulteren in een behoefte aan méér ruimte voor economie, stelde Jurgen Geelhoed, plaatsvervangend directeur Ruimte en Regio tijdens een inleidende toelichting op het beleidskader.  Hij wees erop dat economie (niet zijnde landbouw) nu slechts 2,5 tot 2,8 procent ruimte claimt, terwijl tweederde van de landoppervlakte in Nederland in gebruik is voor agrarische doeleinden. Op die relatief kleine oppervlakte wordt meer dan 10 keer zoveel toegevoegde waarde gegenereerd als in de agrarische sector. Ruimte voor strategische uitbreiding Maar waar voormalig minister Micky Adriaansens in het Programma Ruimte voor Economie (feitelijk de voorloper van de REV) een claim van 15 procent additionele ruimte voor economie neerlegde, ontbreken deze ‘inspirerende cijfers’ in de REV, constateerde Paul Bleumink, partner en medeoprichter van BCI, in zijn reflectie op de visie. Geelhoed, die ook nauw betrokken was bij het Programma Ruimte voor Economie uit 2023, wees er tijdens het debat op dat “ruimte voor strategische uitbreiding” een van de leidende principes is in de REV, naast het beter benutten en juridisch borgen van bestaande economische ruimte. Dat een concrete kwantificering ontbreekt, komt volgens Geelhoed door de claims van andere sectoren op de fysieke ruimte. ‘We zijn gebonden aan een aantal afspraken binnen het Rijk. En moesten daarbinnen bewegen (…). Uiteindelijk moeten er gewoon integrale keuzes worden gemaakt, dus ook voor de economie.’ De roze olifant: ‘moratorium op gras’ De grote ruimteclaim van de landbouw is Theo Föllings een doorn in het oog. ‘Dat is toch de roze olifant in deze discussie. Het lijkt alsof er een soort moratorium op gras bestaat’, zei de voorzitter van SKBN. ‘Het zou goed zijn daar meer aandacht voor te hebben, ook kijkend naar het verdienvermogen. De verhoudingen zijn uit balans.’  Door politiek-bestuurlijke constellaties is het vrijwel onmogelijk om nieuwe bedrijventerreinen te realiseren, verduidelijkte moderator René Buck. Ook Föllings betreurt het dat de aanvankelijke “claim” van 15 procent extra ruimte voor economie niet is terug te vinden in de REV. ‘Dat moet alsnog gebeuren in de Nota Ruimte.’ Additionele ruimtebehoefte: 2500 hectare Bleumink mist een verwijzing naar schaalgrootte in de maakindustrie en logistiek, volgens hem dé grote ruimtevragers. ‘Het wordt weggestopt onder het kopje “productiemilieu”, terwijl de schaalvergroting volop gaande is.’ Als het aan Bleumink ligt, komt er in de Nota Ruimte net zo’n duidelijk kwantitatief uitgangspunt voor economische ruimte als bij woningbouw (“100.000 woningen per jaar”).  Op basis van cijfers van Stec Groep schat BCI de additionele behoefte aan ruimte voor economie op 2.500 hectare tot 2040. ‘Dat red je simpelweg niet met intensiveren en herontwikkelen van bestaande bedrijfslocaties. En de schatting is nog aan de voorzichtige kant’, aldus Bleumink. Hij legde tijdens het debat een voorbeeldtekst voor die ‘zo in de Nota Ruimte’ kan. Daarin is de 2.500 hectare additionele ruimtebehoefte tot 2040 gekwantificeerd, die voor 15 procent op bestaande locaties ingevuld moet worden en de resterende 85 procent op nieuw aan te leggen terrein, waarvan de helft binnen acht jaar gerealiseerd moet zijn. Geelhoed temperde de verwachtingen over de Nota Ruimte. Die wordt volgens hem een integrale nota waarin doelen niet ‘smart’ worden gemaakt. Zulke harde taakstellingen horen volgens hem eerder thuis in verkiezingsprogramma’s of een toekomstig coalitieakkoord, aldus Geelhoed tijdens het debat. IPO: strategisch programmeren Provincies spelen een belangrijke rol bij programmering van bedrijventerreinen, maar doen dat in eerste instantie voor een autonome vraag, benadrukt Monique Mentjox, programmamanager regionale economie bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). ‘Als we het hebben over transities en geopolitieke ontwikkelingen, dan is dat een nationale opgave. We hebben het dan over “strategisch programmeren”. Dat betekent dat je van gemeenten vraagt ruimte te reserveren voor nog onbekende gebruikers. Je kunt niet zomaar verwachten dat gemeenten dat doen: ze missen het geld, de capaciteit én de expertise.’ Volgens René Buck wijzen alle prognoses op een groeiende vraag naar ruimte. Hij vroeg Mentjox of er niet gewoon boter bij de vis moet worden gedaan. Die reageerde dat je lagere overheden niet verantwoordelijk kunt maken om ruimtereserveringen voor een vraag die misschien komt, maar er nog niet is. Mentjox benadrukte dat ze de leidende principes uit de REV onderschrijft, maar vraagt meer duidelijkheid van het Rijk. Herontwikkeling en strategische uitbreiding Ook Bleumink oordeelt dat de ontwikkeling van regionale bedrijventerreinen een té grote opgave is voor gemeenten. ‘Zij kijken naar de provincie, en die is vaak nog zoekende. Daarom moet ook het Rijk haar nek uitsteken. Zowel voor beter benutten en herontwikkeling als voor strategische uitbreiding zijn ook financiële middelen nodig.’ Bleumink doet ook een schatting. Voor herontwikkeling voorzien hij een benodigde rijksbijdrage van circa een half miljard voor de komende 10 jaar. ‘Dat is niet zo heel veel, omdat een groter deel door de private sector opgepakt kan worden. Maar daarvoor is wel aanjaaggeld nodig.’ Voor nieuwe grote bedrijventerreinen schat Bleumink de benodigde rijksbijdrage op 2 miljard. ‘Dat is 200 miljoen per jaar. Dat lijkt me niet zo veel, zeker gezien de miljarden die toch al over de toonbank vliegen bij Defensie. Wellicht kan het zelfs uit het defensiebudget komen.’ 10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid Formuleer heldere, kwantitatieve doelstellingen voor ruimtegebruik  Benoem expliciet het benodigde areaal voor bedrijventerreinen tot 2040 (bijv. 2.500 hectare) om richting en urgentie te bieden, vergelijkbaar met de woningbouwopgave.      Ontwikkel regionale werkdeals naar analogie van woondeals    Maak per regio afspraken over benodigde ruimte, doelgroepen, locaties, milieutypen en realisatieplanning. Ondersteun dit met budgetten en governance-structuren.      Zorg voor nationale sturing en prioritering    Het Rijk moet regie nemen door nationale belangen te definiëren, duidelijke keuzes te maken en richting te geven aan provincies en gemeenten, ook met financiële middelen.      Versnel herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen    Zet in op intensivering en transformatie van verouderde terreinen (brownfields naar brightfields), waarbij gemeenten actief worden ondersteund met kennis, capaciteit en financiering.    Borg strategische ruimte voor toekomstige economische functies    Reserveer en bescherm locaties voor (nog) onbekende of opkomende functies (zoals biotechnologie of strategische industrieën), ondanks onzekerheden.      Integreer werk- en woonopgaven gebiedsgericht    Ontwikkel gebiedsprogramma’s waarin woningbouw en werklocaties in samenhang worden gepland, met oog voor mobiliteit, energie-infrastructuur en milieuruimte.      Bepaal gezamenlijke definities en criteria voor nationale belangen    Zorg voor duidelijke en gedeelde definities van begrippen als “nationale campus”, “strategisch cluster” en “kritieke infrastructuur”.    Verhoog de organisatiegraad op bedrijventerreinen    Stimuleer ondernemerscollectieven (bijv. via BIZ-structuren) om zelf bij te dragen aan verduurzaming, intensivering en herontwikkeling van bedrijventerreinen.      Waarborg ontwikkelruimte via milieunormen en wetgeving    Besteed expliciet aandacht aan milieugebruiksruimte en externe veiligheid als randvoorwaarde voor economische groei, met oog op wetgeving en vergunningverlening.      Bouw een uitvoeringsgerichte agenda met concrete mijlpalen    Stel voor eind 2025 een uitvoeringsagenda vast met acties, rollen, tijdslijnen en prestatie-indicatoren, zodat niet alleen wordt gepraat maar ook daadwerkelijk gebouwd. Kijk het online-debat terug en lees dit artikel op bt-online.nl. Beeld: iStock.com - sfe-co2

09-07-2025
Aanmelden nieuwsbrief