Een showcase, met vier lagen gestapelde bedrijvenunits geschikt voor industrieel gebruik. Precies een jaar geleden lanceerde ontwikkelingsmaatschappij Be First ‘Industria’ in Oost-Londen. Het is het eerste gestapelde bedrijfsruimtecomplex van een nieuwe generatie in het VK. Dit zijn de zeven belangrijkste lessen voor Nederland.

Be First Regeneration Limited, de herstructureringsmaatschappij van de Londense gemeente Barking and Dagenham heeft het 11.400 m2 (bvo) tellende complex met 47 bedrijvenunits geheel op eigen risico ontwikkeld, zonder ook maar één unit te hebben voorverhuurd.

Industria Barking, zoals de naam volledig luidt, moet als voorbeeld dienen voor nieuwe bedrijfsruimteontwikkeling, met méér bvo op een kleiner grondvlak. Netto ontstaat zo meer ruimte voor economie én meer ruimte voor wonen. 

Twee maal bezocht BT - Vakblad voor economische gebiedsontwikkeling - Industria. Met SKBN in 2023, en begin dit jaar als BT-studiereis. Directeur ontwikkeling David Harley van Be First en architect Hugo Braddick, industrial sector lead bij Haworth Tompkins ontvingen het buitenlandse bezoek graag. 

Industria is nadrukkelijk een showcase. Ze willen niet alleen de markt, maar ook Nederlandse vakgenoten te laten zien dat je niet alleen huizen, maar ook bedrijfsruimte kunt stapelen.

Transformatie naar wonen

Be First ontwikkelde Industria op een brownfieldlocatie op bedrijventerrein Riverside Industrial Estate. In eerste instantie lijkt de noodzaak van stapelen op Riverside weinig urgent. Rondom de lage bebouwing in het gebied is vaak nog ruimte over op kavels die zou kunnen worden benut. Maar de gemeente Barking and Daggenham en ook de Greater London Authority (GLA) hebben andere plannen. Een deel van Riverside Industrial Estate wordt opgeofferd en getransformeerd naar woningbouw: een bittere noodzaak in de exploderende Britse hoofdstad. 

Tegelijk moet er voor bestaande en de nieuwe bewoners voldoende werk zijn. In het van oudsher industriële Oost-Londen (bij Ford Daggenham rollen nog altijd verbrandingsmotoren van de band), gaat dit vaak om praktische werkgelegenheid. 

Dat betekent dat het aanbod bedrijfsruimte ongeveer gelijke tred moet houden met de groeiende populatie. En omdat Riverside Industrial Estate grondoppervlak moet inleveren, zal het hiervoor de hoogte in moeten.

Kennis en ervaring uit Azië

Waar bedrijfshuisvesting vaak anoniem is, schreeuwt het ontwerp van Haworth Tompkins architecten om aandacht. De strakke architectuur straalt functionalisme uit. Het grijsgele kleurenpalet op de binnengevels roepen associaties op met populaire cultuur. Dat is niet voor niets. Een jaar na de opening zijn nog steeds units te huur. 

Net als consumenten vragen MKB-bedrijven niet snel naar een product dat nog niet bestaat. Dus moet je het eerst ontwikkelen. En opvallen. Braddick ontwikkelde het concept van Industria samen met Graham Howarth, mede-oprichter van Haworth Tompkins.

Samen werkten ze zes jaar aan het baanbrekende, maar ook gewaagde project, waarbij Howarth de supervisie voerde en Braddick de dagelijks leiding had en eerst aanspreekpunt was voor opdrachtgever Be First. Omdat het om een voor de Britse markt nieuw concept ging, haalden het duo Ashton Smith Associates aan boord dat gespecialiseerd is in industriële architectuur en veel ervaring heeft met meerlaags industriële projecten in Azië.

Stapelen uit noodzaak

Met Industria willen Be First en de GLA, dat het project steunde, een voorbeeld stellen. In de hoop dat de markt volgt. Dat gebeurt sporadisch al. Zo ontwikkelt Bloom Developments gestapelde bedrijvenunits, maar wel in omgevingen waar de prijsdruk net iets hoger is, zoals in Hackney, dichter tegen het centrum aan. Prijsdruk maakt uiteindelijk alles vloeibaar.

De vierkantemeterprijs van de bedrijvenunits in Barking is nog wel een uitdaging. Die ligt hoger dan de gemiddelde vierkante meterprijs in de omgeving. Harley verwacht dat dit op termijn gaat veranderen naarmate de ruimtedruk in het gebied toeneemt.

Huurprijs nog obstakel

Toen SKBN het gestapelde complex nog voor de officiële opening bezocht, had Be First nog geen unit verhuurd. Tijdens de BT-studiereis afgelopen februari waren al units in gebruik en verscheidene in optie. Braddick destijds: 'De zaken gaan steeds beter.’

De mix van bedrijven die zich meldt, is vrij divers. ‘We hebben een bedrijf dat voertuigen maakt, zoals rolstoelen en scooters, er is een bodemonderzoeksbedrijf, een liftkabelbedrijf, een cosmeticabedrijf en food-bedrijven’, vertelde Braddick in februari. Met name food-bedrijven zijn in dit deel van Londen oververtegenwoordigd. 

Hellingbaan: een must

De concentrische hellingbaan met diameter van 30 meter die Industria extra smoel geeft, is volgens Braddick gewoon nodig in dit deel van Londen, waar ondernemers met een bestelbus toegang eisen tot de eigen bedrijfsunit.

Facts & figures

  • Industria heeft een vloeroppervlakte van 11.400 m2 (bvo) verspreid over 47 kleine en middengrote units waar kleine en middelgrote ondernemingen kunnen worden ondergebracht, verspreid over vier lagen;
  • De units variëren in omvang van 20 tot 450 m2;
  • Industria bestaat uit twee lineaire vleugels gelegen aan drie 26 meter brede service-platforms op drie niveaus;
  • Deze worden bereikt via een helikopterhelling met een diameter van 30 meter die directe toegang biedt tot units met flexibele volumes van 7 meter hoog; 
  • Elke unit beschikt over natuurlijk licht en ventilatie en biedt ruimte voor tussenvloeren om op maat gemaakte interne lay-outs te creëren; 
  • Eén vleugel heeft een extra verdieping met kleinere incubatorunits om ruimte te bieden aan huurders op kleinere schaal en start-ups;
  • Het complex is bestemd voor lichte industriële activiteiten en zal, eenmaal bezet, werkgelegenheid aan ongeveer 300 mensen bieden;
  • Duurzaamheid krijgt volgens ontwerpbureau Haworth Tompkins niet alleen vorm in de 2.000 m2 zonnepannelen op het dak en thermische isolatie, maar ook met een verwachte levensduur van circa 100 jaar.

Harley stelde tijdens de rondleiding in februari dat zich vijftig geïnteresseerde ondernemingen hebben gemeld waarmee een verhuurmakelaar in gesprek is. Die makelaar heeft de opdracht gekregen om te selecteren op lichte maakindustriebedrijven. 

‘Als blijkt dat de units onverhoopt moeilijker verhuurd worden aan de beoogde bedrijven, zullen we minder selectief moeten zijn.’ Harley benadrukt dat het gemeentebestuur er vanaf het begin over is ingelicht dat het tijd zou kosten om het gebouw te vullen. Hij gaat uit van 70 procent invulling na twee jaar.

Geduld is een schone zaak

Braddick: ‘Belangrijk om te begrijpen is dat we met dit gebouwconcept een primeur hebben in het VK. Het is nooit eerder gedaan. We proberen met Industria een verandering in gang te brengen op de markt. Er is een publieke investering voor nodig om deze gewenste verandering in gang te brengen'

'Als het aan het eind van het jaar de verhuur goed gaat en de meeste units bezet zijn, dan kun je streng blijven in je verhuurprotocol. Als het minder gaat, dan kun je besluiten je strategie te veranderen.’

Zeven lessen uit Industria:

  1. Toegankelijkheid van bedrijvenunits met een bestelwagen is voor veel MKB-bedrijven een must. Hou daar bij het ontwerp van een gestapeld bedrijfsruimtecomplex rekening mee;
  2. Gestapelde industriële bebouwing is pionieren, maar op wereldwijde schaal niet nieuw. Verdiep je in geslaagde concepten over de grens, bijvoorbeeld in Zuidoost-Azië of Japan, of vlieg kennis in;
  3. Stapel is geen doel op zich of beschavingsoffensief, stapel enkel uit noodzaak. En als je het doet, maar er wat moois van. Een goed, stoer ontwerp verhoogt te acceptatiegraad;
  4. Als je gestapelde bedrijfsruimte ontwikkelt, zorg voor overdimensionering zodat units flexibel kunnen worden gebruikt, nu, en in de toekomst;
  5. De ontwerpers van Industria gaan uit van een levensduur van minimaal 100 jaar. In combinatie met een groot accommodatievermogen kan dat een een langere afschrijvingstermijn verantwoorden, voor een haalbare businesscase;
  6. Schroom als overheid niet om het goede voorbeeld te geven aan de markt, maar schep vervolgens ook de kaders waarmee je de markt kunt sturen/dan wel stimuleren het voorbeeld te volgen;
  7. Heb geduld. Gun een goed concept tijd om te landen en verwater niet te snel met het loslaten van het verhuurprotocol. Bereid je bestuur daarop voor.

 

Dit is een artikel van vakblad BT. Lees het artikel ook op Stadszaken.nl

Fotocredits: Haworth Tompkins

11-09-2024
Event
Slotevent Samen Beter: Op safari naar Willem-Alexander Haven Roermond
Slotevent Samen Beter: Op safari naar Willem-Alexander Haven Roermond

Onderzoekers van Fontys Hogescholen en de Hogeschool Arnhem en Nijmegen hebben binnen het tweejarige RAAK onderzoek Samen Beter gekeken naar hoe de circulaire potentie van bedrijventerreinen beter kan worden benut. De inzichten delen ze op 14 januari 2025 tijdens het Slotevent Samen Beter met een safari naar Living Lab Willem-Alexander meets students in Roermond.   PROGRAMMA 12.00 uur - Ontvangst met broodjeslunch 12.45 uur - Welkom door moderator Dankeld Vanmeenen (Fontys) 12.50 uur - Welkom door gastheer Gemeente Roermond. Met Janou Martens-Goetstouwers en wethouder Dirk Franssen (Gemeente Roermond)  13.05 uur - Dit is Willem-Alexander, over de circulaire bedrijven en de campus W-A meets students en de waarde van zo’n campus voor de betrokkenen. Met een excursie naar de circulaire bedrijven Kalle en Bakker, SIF en Smurfit Westrock. 13.55 uur - Resultaten van het onderzoeksproject Samen Beter rondom competentieprofielen, organisatiegraad, living labs en business cases. Met Cees-Jan Pen (Fontys) en Frank de Feijter (HAN) 14.40 uur - Vertrek per bus naar de Raadszaal van Roermond. 15.00 uur Het resultaat van onderzoek studenten: SDG-profielen maken voor MKB-bedrijven met behulp van een CSRD-tool. 15.30 uur - Ruimte voor vragen en discussie 16.00 uur - Feestelijke afronding van het Samen Beter onderzoeksproject met een borrel 16.30 uur - Bus rijdt terug naar parkeerplaats W-A.   KLIK HIER OM JE AAN TE MELDEN Datum: 14 januari 2025 Locatie: Willem Alexander Haven Roermond en gemeentehuis Roermond Deelnemen is kostenloos. Aanmelden kan via https://kennislab.typeform.com/to/HbNT899H Dit Slotevent wordt georganiseerd in het kader van het onderzoek Samen Beter van de HAN en Fontys Hogescholen. Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Kijk hier voor meer informatie over dit onderzoek.  

14-01-2025
Nieuws
Samenwerking energie op bedrijventerrein Ittervoort in Leudal
Samenwerking energie op bedrijventerrein Ittervoort in Leudal

In oktober 2023 startte een groep van 17 bedrijven een project om de beschikbaarheid van energie voor hun bedrijvigheid te borgen en stappen te zetten naar verduurzaming van energie. Die bedrijven zijn gevestigd op bedrijventerrein Ittervoort in Leudal. Het project is een samenwerking met 8 grootverbruikers en 9 kleinverbruikers, de gemeente Leudal, Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) en de BIZ Ittervoort. Om te achterhalen hoe het energieverbruik eruit ziet en waar problemen of optimalisatiekansen zitten, hebben de grootverbruikers hun kwartierdata over 2022/2023 beschikbaar gesteld. Deze data maakt het verbruik per kwartier inzichtelijk. Op basis van deze kwartierdata is door OML, in samenwerking met Enzo Diependaal van Rethink Zero, voor ieder bedrijf een rapportage opgesteld om inzicht te krijgen in het actuele verbruik. Conclusie De conclusie op basis van al deze data is dat met het huidige energieverbruik en de op dit moment ingeplande uitbreidingen en verduurzamingsacties, er voor deze groep bedrijven nu nog geen probleem is voor het verkrijgen van stroom. Wel tikken een aantal bedrijven op piekmomenten de grens van hun gecontracteerd vermogen aan. Op basis van de individuele rapportages wordt inzichtelijk waardoor dat komt en hoe dat eventueel aan te passen is. Knelpunten Op middellange termijn worden er knelpunten verwacht. Met name bij het elektrificeren van vrachtwagens. Reden voor de bedrijven om twee keer per jaar bij elkaar te komen om elkaar op de hoogte te houden van de plannen. Op deze manier kunnen de bedrijven acties met elkaar uitwerken tot het opzetten van een energyhub op het moment dat dat nodig is. Samenwerken Wethouder Robert Martens, gemeente Leudal: ‘Het is belangrijk om samen te werken en eventuele toekomstige knelpunten voortijdig in kaart te brengen. Alleen dan kunnen we deze knelpunten het hoofd bieden. Daarbij hebben we iedereen nodig, ondernemers, deskundigen en de gemeente. Dus samenwerken is belangrijk voor een positief resultaat en een duurzame toekomst voor zowel de ondernemers als de gemeente Leudal.’ Korte termijn Op korte termijn starten de grootverbruikers met het hoogfrequent meten van hun energieverbruik. Niet alleen is dat uiteindelijk nodig voor het opzetten van een energiemanagementsysteem (EMS) maar het geeft de bedrijven zelf per direct gedetailleerd inzicht in hun energieverbruik en daarmee inzicht in kansen voor optimalisatie of besparing. Niet afwachten Steven Goetstouwers, BIZ Ittervoort/Admesy: ‘Ik wil met mijn bedrijf ook graag andere ondernemers helpen. Niet alleen door ervaringen met elkaar te delen, maar concreet samen aan de slag te gaan. Door zelf beter met de beschikbare stroombeschikbaarheid om te gaan, kan ik anderen van dienst zijn. En dat is waar de BIZ Ittervoort voor aan zet is. Samen zaken oppakken en niet afwachten tot het te laat is. Deze samenwerking is daar een uitstekend voorbeeld van en vind ik zeer positief.’ Zonnepanelen Tijdens de metingen kwam naar voren dat bij veel van de bedrijven, zowel bij de grootverbruikers als bij de kleinverbruikers, mogelijkheden zijn om zonnepanelen aan te schaffen. De gemeente Leudal heeft daarom, in samenwerking met OML, aangeboden de bedrijven te ondersteunen bij dat traject. Denk daarbij aan het onderzoeken of de dakconstructie geschikt is voor de aanleg en het gezamenlijk inkopen van de panelen. Ook worden de bedrijven ondersteund bij het optimaliseren van hun energieverbruik en de aanschaf van de slimme meters waarmee hoogfrequent gemeten wordt. Wettelijk Voor kleinverbruikers is het op dit moment wettelijk nog niet mogelijk om mee te doen met een energyhub. Toch blijven de kleinverbruikers bij dit traject aangehaakt. Enerzijds vanwege de kans dat zij op een zeker moment zelf grootverbruiker worden. Anderzijds dat zij na wettelijke aanpassingen alsnog kunnen aanhaken.

16-05-2024
Nieuws
VNO-NCW voert verduurzamingsscan uit voor alle bedrijventerreinen
VNO-NCW voert verduurzamingsscan uit voor alle bedrijventerreinen

Minister Jetten wil aan de hand van een energiescan laten onderzoeken hoe bedrijventerreinen een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van netcongestie. Hij geeft werkgeversorganisatie VNO-NCW een subsidie om verduurzamingsmodellen voor alle 3.800 bedrijventerreinen uit te werken, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.  In de brief van afgelopen week praat Jetten de kamer bij over de voortgang van de uitvoering van de ‘Landelijke Actieagenda Netcongestie’.  ‘Ik geef VNO-NCW een subsidie om verduurzamingsmodellen voor alle 3.800 bedrijventerreinen in Nederland uit te werken’, schrijft de klimaatminister aan de kamer   Binnen dit beleidsprogramma werken netbeheerders met het Rijk, medeoverheden, ACM, brancheorganisaties en marktpartijen samen aan oplossingen om het elektriciteitsnet toegankelijk en betrouwbaar te houden.  Met de toezegging van deze energiescan geeft de minister voor Klimaat en Energie invulling aan de oproep van kamerlid Dassen (Volt) die vindt dat de overheid bedrijven meer moet helpen bij het verduurzamen van hun activiteiten.   Een woordvoerder van VNO-NCW bevestigt dat de werkgeversorganisatie de scan gaat uitvoeren. ‘Wij zijn net begonnen met het inventariseren waar ondernemers en bedrijventerreinen tegenaan lopen en wat is het handelingsperspectief. We raden bedrijven een energiescan aan en gaan die proberen ook breed ter beschikking te stellen.’  Minder druk tijdens piekmomenten Voordat het begint met de scans wil VNO-NCW alle bestaande verduurzamingsmodellen inventariseren. ‘Die proberen we die bij elkaar te brengen, zodat ondernemers die makkelijker kunnen vinden en uit de voeten kunnen’, zegt de woordvoerder.  Naast de scan wil Jetten dat bedrijven flexibel gebruik kunnen maken van het net met minder druk op piekmomenten. Hij stelt de invoering voor van een zogeheten ‘Non Firm Aansluit- en transportovereenkomst (NFA), waarbij binnen netcongestiegebieden een nieuwe aansluiting transportcapaciteit krijgt toegekend tijdens dalmomenten.   Naar verwachting neemt de ACM hierover nog deze maand een definitief besluit, waarna netbeheerders deze contracten kunnen aanbieden.  Zij kunnen op grond van de huidige regels over congestiemanagement bijvoorbeeld bedrijven met een aansluitcapaciteit groter dan 1 MW verplichten om flexibiliteit aan te bieden. Dit houdt dat het bedrijf in kwestie zelf de prijs kan bepalen die hij daarvoor vraagt.   ACM beoordeelt op dit moment een voorstel van netbeheerders om de regels over deze plicht aan te scherpen, zodat ze beter uitvoerbaar zijn en gehandhaafd kunnen worden. De minister verwacht dat daardoor meer partijen die nu nog in de wachtrij staan, sneller worden aangesloten op het stroomnet.  Miljoenen voor energy hubs  De mededingingsautoriteit neemt hierover naar verwachting medio dit jaar een besluit.   In zijn brief aan de kamer kondigt Jetten ook aan dat hij naar aanleiding van een amendement van VVD-kamerlid Silvio Erkens dit jaar 55 miljoen euro opzij legt voor het verlichten van netcongestie op bedrijventerrein en de organisatie van een competitie voor innovatieve oplossingen en middelen om deze op te schalen. De precieze invulling volgt na het zomerreces.   Daarnaast verwijst de minister naar bestuurlijke aanjager Gerard Schouw die voor het programma Slim met Stroom, bedrijven helpt om de noodzakelijke flexibiliteit in hun processen te vinden. Daarnaast komt – de al eerder aangekondigde - 166 miljoen euro uit het Klimaatfonds vrij voor de opzet van energy hubs, waarmee ondernemers op bedrijventerreinen onderling stroom kunnen uitwisselen, waardoor het net minder wordt belast.

23-01-2024
Aanmelden nieuwsbrief