Op donderdagmiddag 24 oktober vindt de 7e Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette plaats. Dit onder de noemer: Slim Ontwerpen, Duurzaam Groeien: De Toekomst van Groene Gezonde Bedrijventerreinen. We zijn we te gast bij de greenfield van het bedrijf Vepa in Emmen.

Investeren in goed groen op bedrijventerreinen 
Bedrijventerreinen staan weer volop in de aandacht. Niet alleen wordt er naar deze gebieden gekeken om ondernemers voldoende ruimte te geven, steeds meer gaat het om termen als energietransitie, circulaire economie, werkklimaat, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het doel is een groen gezond bedrijventerrein dat antwoord geeft op klimaatuitdagingen, en daarmee een aantrekkelijke omgeving biedt voor werknemers en ondernemers.  

Op donderdag 24 oktober zijn we voor de 7e Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette te gast bij het bedrijf VEPA in Emmen. We laten ons inspireren door de enorme oase van groen bij dit bedrijf, en kijken tevens naar de uitdagingen op het bedrijventerrein Bargermeer.

‘Ontwerp’ en ‘Financiering’ staan in deze bijeenkomst centraal. Deelnemers krijgen de kans om in praktische én concrete werksessies aan de slag te gaan met het vergroenen van deze lokale casus. De basiskwaliteit Natuur van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur staat hierbij centraal.  Met deze basiskwaliteit wil provincie Drenthe de natuurkwaliteit waarborgen.

Tijdens de estafette gaan we op zoek naar de juiste integrale manier om bedrijventerreinen te vergroenen. Hoe zet je de eerste stappen? Welke maatregelen werken waar en welke opties zijn er voor financiering? Dat zijn vragen waar we in Emmen antwoorden op formuleren. Met externe experts van idverde en het Adaptatie Atelier, met inspiratie van het bedrijf VEPA en voorál, met de denkkracht van alle aanwezigen.  


PROGRAMMA

11.30 uur           Inloop + Lunch

12.30 uur           Welkom door moderator Margot Ribberink 

12.35 uur           Welkom door gastheer Egbert van Dijk, gedeputeerde Provincie Drenthe en Marjet Sorgdrager, projectleider bij Natuurinclusief Drenthe.

12.50 uur           Welkom door Erik Luisman, Sustainability & Business Development VEPA
Een terugblik: De beginstappen van een ambitieuze ondernemer

13.00 uur           Excursie over het bedrijventerrein Bargermeer en het landgoed van VEPA

14.00 uur           Ontwerpsessie
Welke ingrepen kun je als gemeente, parkmanager of ondernemer toepassen.    Welk effect heeft het en wat zijn de kosten? Op basis van de casus bedrijventerrein Bargermeer, brengt idverde duidelijk in beeld wat de verschillende mogelijkheden zijn, plús een kostenplaatje.

15.00 uur           Pauze

15.15 uur           Financieringssessie
Welke vormen van financiering zijn er mogelijk en welke past het best bij de situatie? Op basis van de voorgaande ontwerpsessie, geeft Adaptatie Atelier een overzicht van de verschillende mogelijkheden voor financiering van vergroening op bedrijventerrein Bargermeer.

16.15 uur           Plenaire terugkoppeling o.l.v. de moderator vanuit de ontwerp- en financieringssessie. Wat zijn de belangrijkste conclusies van de verschillende groepen in de twee werksessies? 

16.30 uur           Borrel


PRAKTISCHE INFO
Datum                 Donderdag 24 oktober 2024
Tijdstip                12.30 – 16.30 uur (inclusief lunch en borrel)
Locatie                VEPA op bedrijventerrein Bargermeer
Adres                   James Cookstraat 20 Emmen

AANMELDEN

DOELGROEP
Dit programma is bestemd voor vertegenwoordigers  van medeoverheden, ondernemers en parkmanagers. Andere geïnteresseerden komen op de wachtlijst te staan.

ORGANISATIE
De Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette wordt georganiseerd door de volgende partners: Provincie Drenthe, Stichting Steenbreek, SKBN | Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland, Natuur en Milieufederatie Drenthe, NL2025, Samen Klimaatbestendig, Adaptatie Atelier en idverde NL. 

Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: IPKW Industriepark Kleefse Waard (IPKW), de locatie van het BT-event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op IPKW gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het Industriepark heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Industriepark Kleefse Waard in Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven

‘Deel best practices zoals Willem-Alexander in Roermond waar wordt ingezien dat een watergebonden bedrijventerrein cruciaal is voor de circulaire economie’, zei Cees-Jan Pen, lector bij Fontys Hogescholen dinsdag 14 janauri tijdens het Slotevent Samen Beter: Op safari naar Willem-Alexander Haven in Roermond. 'Hoe kunnen we dit soort gebieden, waarvan steeds duidelijker wordt dat die een enorm belangrijke rol gaan spelen als de circulaire transitie op gang komt, uiteindelijk hoger op de politieke agenda krijgen?’ Dit artikel is afkomstig van bt-online.nl.  Kijk hier voor de volledige versie Niet-watergebonden bedrijven domineren In het manifest 'Borgen binnenhavens als anker voor de circulaire economie', dat de lector met Evert-Jan de Kort (STEC groep) en Joep Janssen (Ginder) opstelde, staat dat zo’n 30 tot 40 procent van de kavels aan binnenhavens in Nederland in beslag wordt genomen door niet-watergebonden bedrijven. Pen: ‘Dit manifest is een eerste aanzet om te kijken of dit onderwerp in de top 10-issues van een aantal gemeenten kan komen te staan tijdens de raadsverkiezingen volgend jaar.' ‘Bedrijven in havengebieden gaan volgens de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) steeds meer afvalstoffen als nieuwe grondstoffen aanvoeren en verwerken, in plaats van het afvoeren van (afval)stoffen uit havens. Er ontstaat nieuwe maakindustrie waarbij binnenhavens en watergebonden bedrijventerreinen een cruciale rol spelen in de circulaire economie.’ Geen 'knuffelbare hubs' Tijdens de afsluiting van de circulaire safari in de raadszaal van het gemeentehuis van Roermond stelde Pen vast dat gemeenten inmiddels lokaal voorop lopen in hele stringente circulaire doelstellingen, maar die ambitie wordt niet gehaald met ‘leuke knuffelbare hubs in woonwijken’. ‘Je zult grote gebieden met overslagcentrales voor beton-asfalt en recyclingcentrales nodig hebben. Dat wordt vaak vergeten en met dit manifest willen we een onderwerp, waarvan mensen denken ‘ze zijn smerig en hebben we ze nog wel nodig’, duidelijk koppelen aan die circulaire transitie.’ Pen: ‘Ons advies is ook wees creatief met de beschikbare fondsen en breng vooral best practices beter over het voetlicht. Inspirerende verhalen moeten nog veel beter door gemeenten aan elkaar worden doorverteld, waarmee je voorkomt dat iedereen opnieuw het wiel gaat uitvinden. Neem vooral ook ondernemersparticipatie serieus en betrek het onderwijs en kennisinstellingen.’ De Willem-Alexander Haven, het decor van het slotevent van het tweejarige RAAK-onderzoek Samen Beter, liet in lijn met het manifest zien dat door een nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid (gemeente en waterschap, red.) en het onderwijs het oudste en enige watergebonden bedrijventerrein van Roermond is uitgegroeid tot een van de meest duurzame en circulaire bedrijventerreinen van Nederland. Groei circulaire bedrijvigheid  Gastheer Willem Bakker, directeur van Kalle en Bakker Overslag, Janou Martens-Goetstouwers, beleidsadviseur van de gemeente Roermond en Jean-Dominique de Pre van multinational BESIX lieten zien hoe de publiek-private samenwerking binnen een Bedrijven Investeringszone (BIZ) en de coöperatie Port of Roermond haar vruchten afwerpt. Tijdens een rondleiding op het bedrijventerrein vertelde Willem Bakker de deelnemers aan het event, dat mede georganiseerd werd door SKBN, dat de samenwerking er onder meer voor gezorgd heeft dat 90 procent van de bedrijven een bijdrage leveren aan de duurzame en circulaire economie op het bedrijventerrein.   Daarnaast ging Dankeld Vanmeenen, docent onderzoeker aan de Fontys, in op het project 'WA Meets Students’. Verdeeld over zeven periodes hebben bij Kalle en Bakker over de afgelopen drie jaar meer dan 200 Fontys-studenten voor de minor circulaire economie aan twaalf projecten gewerkt over uiteenlopende duurzame en circulaire vraagstukken die spelen bij bedrijven als Kalle en Bakker, SIF, Smurfit Westrock en BESIX.  Jean-Dominique de Pre vertelde vervolgens wat het belang is van de samenwerking is van de bedrijven binnen de BIZ, de gemeente Roermond en het waterschap bij de realisatie van een waterkering op het bedrijventerrein tegen het hoge water als gevolg van het hoge water in de zomer van 2021. Circulariteit vereist schaal Als afsluiter ging Frank de Feijter, onderzoeker circulaire economie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), in op de uitkomsten van het ‘Samen Beter’-onderzoek, waarin is onderzocht wat het belang is van een publiek-private samenwerking op bedrijventerrein om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie.  Wil je als bedrijventerrein een geslaagde business op dat vlak dan is schaal een belangrijk aspect volgens De Feijter. Als voorbeeld haalde hij een case aan over het verwerken van piepschuim van ziekenhuizen op bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen. ‘Toen de betrokkenen dat doorrekenden bleek dat hiervoor alle piepschuim nodig was van ziekenhuizen in Oost-Nederland om er überhaupt een sluitende businesscase van te maken. Als je nadenkt over een circulariteit, denk dan ook altijd aan schaal.’ Programmatisch werken Over de organisatiegraad van bedrijventerreinen constateert de HAN-onderzoeker dat niet alleen in structuren moet worden gedacht van een BIZ, coöperatie of BV. ‘Het gaat om individuele partijen die elkaar vinden, waar synergie tussen ontstaat. Denk aan het succes in bijvoorbeeld Helmond waar partijen als Indusym en Ginder aan de slag zijn gegaan en een gemeente heel enthousiast is aangehaakt.’ Ook stelde De Feijter dat bedrijventerreinen veel kunnen leren van programmatisch werken. ‘Een van de successen van living labs in de regio – zoals hier op Willem-Alexander – is dat je met een studentengroep op het bedrijventerrein aanwezig bent. Daardoor ontstaat er synergie tussen alle betrokkenen. Op dat vlak zie ik nog een enorm potentieel als aanjager van bedrijventerreinen in de transitie naar de circulaire economie.’ Dit Slotevent wordt georganiseerd in het kader van het onderzoek Samen Beter van de HAN en Fontys Hogescholen. Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Kijk hier voor meer informatie over dit onderzoek.

15-01-2025
Nieuws
‘Campusvastgoed vaker in publieke handen’
‘Campusvastgoed vaker in publieke handen’

De voorgenomen aankoop van Brainport Industries Campus door Eindhoven markeert een trend dat overheden campussen als ‘maatschappelijk vastgoed’ omarmen, stellen kenners. ‘We zullen vaker zien dat campusvastgoed in publieke handen zal blijven.' Campusvastgoed raakt bij vastgoedinvesteerders steeds meer in trek. Maar de gemeente Eindhoven wil Brainport Industries Campus (BIC) juist kopen ván een belegger. Volgens economiewethouder Stein Steenbakkers is de voorgenomen aankoop van BIC-1 van strategisch belang, omdat de campus een middelpunt is van hightechinnovatie.  Het Britse Capreon nam de campus in 2020 over, maar benaderde de gemeente afgelopen zomer voor een mogelijke verkoop. ‘Het gaat om cruciale economische infrastructuur, daar willen we grip op houden. Nu we de kans hebben de campus te kopen, grijpen we die met beide handen aan’, aldus Steenbakkers. ‘Bij campussen en scienceparken is het deurbeleid zeer belangrijk: wie mag zich vestigen op de campus en wie niet’, zegt Gregor Heemskerk, partner bij Twynstra Gudde en jarenlang betrokken bij de eerste fase van BIC. ‘BIC-1 is een private campus waar eigenlijk het enige sturingsmiddel het bestemmingsplan is. Daarmee heb je als gemeente, maar beperkt grip op de activiteiten. Daarom wil de gemeente het kopen.' Heemskerk weet te vertellen dat de volgende fasen van BIC gedeeltelijk of geheel op grond van de gemeente worden gerealiseerd en de grond, voor zover die van de gemeente is, in erfpacht worden uitgegeven.  Daarmee zou Eindhoven een sterker instrument in handen hebben om te sturen op het gewenste gebruik. ‘Bij erfpacht kan je makkelijker eisen stellen ten aanzien van huurders. Het kan zelfs zover gaan dat de gebouweigenaar voor elke nieuwe huurder toestemming moet vragen aan de gemeente.’ Hij vervolgt: ‘Als eigenaar van gebouwen heb je uiteindelijk natuurlijk het meeste grip. Dan kan je ook sturen op de mix van huurders, bijvoorbeeld als je ruimte wilt reserveren voor partijen die minder huur kunnen betalen, zoals startups of onderwijsinstellingen. Dat zijn gebruikers die goed zijn voor de campus en het ecosysteem, maar minder goed voor een private vastgoedbelegger die primair uit is op rendement.’  Oost NL: langdurige betrokkenheid vaker gewoonte Waar aandeelhouders bij investeringen door regionale ontwikkelingsmaatschappijen vaak al aan de voorkant een exit inplannen, stelt de directeur innovatie Liane van der Veen van Oost NL dat haar aandeelhouders (het ministerie van EZ en Provincie Gelderland) het mogelijk maken om langdurig te investeren in strategisch onroerend goed voor campusontwikkeling.  Zo kocht Oost NL, samen met ontwikkelaar/belegger City Developers, het voormalige KEMA-Terrein aan de Utrechtseweg in Oost-Arnhem, om daar een ‘Electricity Campus’ te ontwikkelen. ‘In deze publiek-private samenwerking kan een publieke investeringsmaatschappij samen met marktpartijen geduldig kapitaal inbrengen.  Meestal is de bedoeling dat er gelijk al een exit gepland is nadat een project op stoom is gekomen. ‘Wij financieren Arnhems Buiten (zoals het KEMA-terrein nu heet, red.) vanuit het Perspectieffonds Gelderland met het doel de economie rond energie-innovaties te versterken. Dat kan dus héél lang.’ ‘Natuurlijk kan er op termijn altijd een moment zijn dat een gebied zo stevig staat dat je van delen afstand zou kunnen doen. Maar in de praktijk is het juist het beste als het in één hand blijft. Als je het mij vraagt. Ik denk dat het goed is voor innovatie in de regio dat zo’n strategische campus in publieke handen blijft.’ Verkoop High Tech Campus Van der Veen bespeurt ook steeds meer steun vanuit het ministerie van EZ. Minister Beljaarts kondigde medio 2024 een bovenregionale samenwerking tussen hightech-brandpunten aan, waar Oost NL als regio bij is aangehaakt. Doel is mede samen te werken aan voldoende fysieke ruimt voor scale-ups. Daar is nu vaak onvoldoende ruimte voor.  Van der Veen refereert aan een uitvoeringsplan hightech-brandpunten. Daarin zou staan dat strategische campussen beter zouden moeten worden beschermd. Dat is niet voor niets.  Eindhoven, de provincie Noord-Brabant en het ministerie hebben de slechte smaak nog in hun mond van de verkoop van High Tech Campus (HTC) aan een beleggingsfonds met de Singaporese overheid als uiteindelijke belanghebbende. Dat leverde in eerste instantie zorgen op voor de bescherming van vitale informatie van belangrijke bedrijven op HTC.  De Wet Vifo (veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames) biedt hier sinds medio 2023 bescherming tegen. Maar het gaat ook gewoon over de borging van economische profiel als innovatiecampus, als een nieuwe eigenaar innovatie op een tweede plaats zet.  Dat laatste dreigde op veel kleinere schaal te gebeuren op Novio Tech Campus in Nijmegen. Daar correspondeerden doelstellingen van een private belegger niet meer met die van publieke partners zoals Oost NL, dat weer meer zelf in de campus investeert. Arnhems Buiten: ecosysteem van bedrijven Terug naar Arnhems Buiten. ‘We streven primair naar maatschappelijk rendement, economisch rendement is volgend.’ Voor dat laatste stelt Oost NL altijd als voorwaarde dat ook private partij instapt. Bij Arnhems Buiten is dat City Developers, een atypische ontwikkelaar en belegger. Net als Oost NL heeft het bedrijf een langetermijn-doelstelling. Economisch rendement wordt behaald wanneer maatschappelijk rendement ontstaat, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een ecosysteem van bedrijven binnen het ‘new energy’-cluster. ‘We hebben samen en businesscase opgesteld met een looptijd van minimaal 10 jaar. Er moet nog veel gebeuren aan het terrein, maar we hebben inmiddels Hyosung als grote buitenlandse partij aan ons verbonden.’  Dit Zuid-Koreaanse bedrijf vestigt haar Europese R&D-centrum op Arnhems Buiten, waarbij het volgens Van der Veen vooral werd aangetrokken door de hoogspanning, inspectie- en certificeringsactiviteiten die KEMA nog vanuit Arnhem uitvoert. KEMA maakt als KEMA Labs inmiddels onderdeel uit van een Italiaans concern. Van der Veen: ‘Ik begrijp goed dat Eindhoven deze strategisch positie inneemt. Ik verwacht dat dit toch de toekomst gaat zijn met het huidige beleid.’ Ook Heemskerk verwacht dat steeds meer overheden campusvastgoed als ‘maatschappelijk vastgoed’ gaan beschouwen zoals theaters, onderwijsgebouwen sporthallen en bibliotheken dat nu al zijn.  ‘Het is zeer gebruikelijk dat overheden investeren in gebouwen voor cultuur, sport en onderwijs; waarom dan ook niet investeren in gebouwen voor economie? Je kunt dat niet altijd aan de markt overlaten.’  ‘Een voorbeeld van “publiek economisch vastgoed” is betaalbare bedrijfsruimte’, zegt Heemskerk. ‘Wij werken voor een aantal gemeenten aan instrumenten voor betaalbare bedrijfsruimte. Bedrijfsruimte met lage huren kunnen bijvoorbeeld worden geborgd door het oprichten van een “sociale werkcorporatie”. Betaalbare bedrijfsruimte is een voorbeeld van vastgoed dat nodig is in een stad, maar waar de markt niet in voorziet. De markt streeft immers naar vastgoedrendement en hogere huren.’  Eindhoven heeft sterk ecosysteem Heemskerk voorziet dat er meer pogingen zullen worden ondernomen om met publieke middelen economisch vastgoed op te tuigen, en ook voor onbepaalde tijd op de balans te houden.  ‘Bij campussen die in de opstartfase zitten, is het vaak nodig dat van de betrokken triple helix-partijen de overheid het voortouw neemt, ook qua investeringen. De onderwijspartijen kunnen geen middelen vrij maken en bedrijven wachten bij de opstartfase nog af, want in de vroege fase is dan nog niet duidelijk of zo’n initiatief meerwaarde heeft voor een specifiek bedrijf. Dus investeren overheden in bijvoorbeeld incubatorfaciliteiten omdat de markt dat (nog) niet doet.’  ‘Bijzonder is dat in Eindhoven het nu andersom is: vanwege het zeer sterke ecosysteem investeert de markt juist wel in campusvastgoed, maar – in het geval van BIC-1 – is het de overheid die nu het eigendom van de markt overneemt, om meer grip het verkrijgen. Dat kan het beste in eigendom, al heb je ook met erfpacht zeer veel controle. Het zou mij daarom niet verbazen als Eindhoven BIC-1 op termijn weer van de hand doet, maar de grond in erfpacht houdt met duidelijke voorwaarden.’ Heemskerk benadrukt dat BIC-1 een prima businesscase kan opleveren voor de gemeente. ‘Als je het goed doet, hoeft het geen overheidsgeld te kosten. Het spreekt vanzelf dat zo’n campus vervolgens met ondernemerschap aangestuurd moet worden. Maar dat zal de gemeente Eindhoven goed regelen.’ In het een raadsvoorstel verklaart de gemeente een afspraak te hebben met Capreon voor het beheer de komende drie tot vijf jaar. Lees dit artikel tevens op bt-online.nl  

28-01-2025
Aanmelden nieuwsbrief